Vandaag weer als vanouds een Photoshop-blogje. Ik ging namelijk even he-le-maal los op een foto van Annemiek, om Photoshop’s nieuwe Face-Aware Liquify te testen. En ja, als je dan tóch bezig bent…
Face-Aware Liquify is nieuw in Photoshop 2015.5 (waarom ze dat niet gewoon 2016 genoemd hebben, is me een raadsel). Het maakt het retoucheren van een gezicht nóg makkelijker, al ben ik bang dat met dank aan deze schuifjes straks élk tienermeisje haar neppe Kylie Jenner-lips op Instagram post. Maakt Photoshop het nu niet gewoon té makkelijk? Ach ja, je moet er nog altijd oog voor hebben natuurlijk.
Ik nam een foto van Annemiek (die ik speciaal hiervoor maakte en van Annemiek helemaal into oblivion mag shoppen, no worries) en we lagen een kwartier onder de tafel van het lachen. Ik bedoel, kijk dan! (Mouseover of tap je vinger.)
Ik ging los op het gezicht van Annemiek: grotere lippen, iets wijdere ogen… Omdat Face-Aware Liquify niet alles kan, besloot ik met de hand nog even haar wenkbrauwen íets breder te maken, en haar neus wat rechter te zetten. Mousover of tap voor het resultaat. (Nogmaals, no worries, Annemiek heeft geen complexen en krijgt ze ook niet.)
Omdat ik erg tevreden was met het resultaat, besloot ik de rest van de foto ook maar te bewerken.
Waarschuwing
Hoewel ik het vaker zo doe, is het eigenlijk slimmer om Liquify op het eind pas te doen. Het is altijd de bedoeling om zó te werken dat je (bijna) alles nog kan aanpassen, dus dan zou je moeten beginnen met Frequency Separation, vervolgens van die grijze lagen Dodge & Burn, transparante lagen met je clonewerk… En dan pas Liquify, en daarna je eventuele filters.
Stel dat je klant namelijk ineens zegt: “Leuk alles, maar kunnen die ogen nog groter/kleiner/schuiner?”, dan heb je ineens een probleem met álle lagen erboven. Als je Liquify als laatste doet (én de mesh opslaat), dan is het heel eenvoudig om daaronder nog het een en ander aan te passen.
Maar goed, ik had mijn mesh niet opgeslagen en ook geen zin om opnieuw te beginnen, dus ik ging vrolijk verder met de volgende stap:
Frequency Separation
Ooit gehaat en verbannen, maar inmiddels stiekem toch gewoon opgenomen in mijn workflow. Níet op die blur-de-hele-onderlaag-methode, maar subtiel, heel subtiel. Voor Frequency Separation heb ik op internet een action gevonden, die je vraagt een blur radius te kiezen.
Goed, meer over het hoe en waarom van Frequency Separation hier, ik koos de radius waarbij de huidstructuur nét wegviel en ging aan de slag. Ik klikte de High Frequency-laag uit, dupliceerde de Low Frequency-laag (je weet maar nooit!) en pakte de patch-tool om heel grof de rode plekken weg te patchen. Dat vind ik het handige aan Frequency Separation: het hoeft niet netjes. Althans, hier nog niet.
Daarna is het de beurt aan de toplaag, waarin alle details terug te vinden zijn. Met een harde clone brush, ingesteld op “Current”, haalde ik wat velletjes en pukkeltjes weg. Eindresultaat (mouseover of… u snapt ‘m):
Kleine tip nog: Omdat de rekenmethodes bij Frequency Separation niet 100% nauwkeurig zijn, gaat de kwaliteit van je afbeelding omlaag. Dit zie je vooral in effen achtergronden, waar van die gekleurde ringen ontstaan. Mijn oplossing: de FS-laag uitmaskeren waar je ‘m niet gebruikt.
Dodge & Burn
Hierna was het tijd voor de deuken en de vlekken: Dodge & Burn. Dodge maakt lichter, Burn maakt donkerder. En als je dat op een 50% grijze laag op Overlay doet, kun je compleet non-destructief werken. Met té veel Dodge & Burn wordt je model wel héél gladjes en nep, daarom heb ik bewust hier en daar wat laten zitten.
En de rest
Ogen witter, foto in z’n geheel lichter, meer contrast, highlights… Goed, als ik dat allemaal wil gaan uitleggen heeft deze tutorial geen eind. Dus without further ado, hieronder the final result. Tadaaa!
PS: Wil je dit ook leren? Ik geef workshops! Lees er meer over hier.