Super Sendai

Met de CosmoGIRL!-job afgerond zónder het verwachtte tripje Osaka (het meisje dat in Osaka woonde reageerde niet meer op onze mails, waardoor ik geen enkele reden meer had om die kant op te reizen), had ik plots twee lege weken en de reiskriebels. In eerste instantie was het plan om alsnog naar Osaka te gaan, maar treinen zijn duur, en in mijn zoektocht naar Rail Passes stuitte ik op de beste deal ever: de JR East Pass Tohoku Area!

Go East

Het ding kost 19.000 yen (ongeveer 150 euro), en is, in tegenstelling tot de heel-Japan-pas, gewoon vanuit Japan te bestellen. Met de bevestigingsmail ga je naar het JR East-loket, alwaar de pas voor je wordt aangemaakt. Een geplastificeerd boekje, waarmee je steeds moet zwaaien bij het loket.

De pas is vijf dagen geldig binnen een periode van veertien dagen, en die dagen hoeven niet opeenvolgend te zijn. Elke dag dat je de pas wil gebruiken, haal je een stempel bij het loket. Je kan dan alle JR-lijnen in de Tohoku-regio gebruiken, zelfs de Shinkansen! (Wat betekent dat je ‘m er met één retourtje Sendai al uit hebt.)

img_valid

Jep, zelfs die dunne, blauwe lijntjes horen erbij!

Sen-sen-sendai!

Sendai dus. Vanuit daar had ik drie tripjes gepland: Cat Island Tashirojima, Namie (Fukushima) en de Naruko Gorge. Uiteindelijk heeft het katteneiland het niet gehaald; ik voelde me die dag niet lekker en ik zag op tegen de lange trein- en boottocht. Daarbij zag ik in de video van Rachel & Jun dat de meeste katten er vrij zielig uitzagen, dus dat leek me ook niet al te fantastisch.

Capsule

Ik besloot te overnachten in een capsulehotel; lekker goedkoop. Mijn keuze voor Nine Hours Sendai was een goede; voor zo’n 16 euro per nacht (ik had korting) zat ik op een toplocatie, dichtbij het centrum (bestaande uit drie oerlelijke, jaren ’80 overdekte winkelpassages, die overigens nog steeds gewoon functioneel en hip waren), recht boven een 7/11 en een paar stappen verwijderd van een Starbucks.

Hoe zo’n capsulehotel werkt? Simpel. Bij het inchecken krijg je de sleutel van een locker. Je gaat de lockerroom in (mannen en vrouwen gescheiden) en zoekt de locker met jouw nummer. In de locker vind je een handdoek, een pyjama, slippers een een wegwerptandenborstel met tandpasta. (Jep, je kan heel impulsief besluiten een capsulehotel te pakken, bijvoorbeeld als je de laatste trein hebt gemist. Alles is voorhanden.)

Nu kun je gaan douchen. Naast de lockerroom is een ruimte met privé-douches, toiletten en spiegels waar je je haar kunt föhnen en je make-up kunt doen. In de douches is natuurlijk body wash, shampoo en conditioner aanwezig. Na het douchen gooi je de handdoek in de wasmand, en is het tijd om je bedje in te duiken.

Je zoekt de capsule met hetzelfde nummer als je kluisje, plugt je telefoonlader in het ingebouwde stopcontact, doet het rolgordijntje dicht, draait het licht uit, en nighty-night! Ik moet zeggen, sommige capsules kraakten een beetje, maar verder was het prima. Claustrofobisch? Not at all! De capsules zijn groot genoeg om gewoon rechtop te kunnen zitten, dus feitelijk slaap je gewoon in een hi-tech stapelbed, met nét iets meer privacy.

IMG_2548

Om 10:00 moet iedereen z’n capsule uit zijn, zodat er kan worden schoongemaakt. Om 12:00 mag je dan in theorie weer inchecken. Vanwege het schoonmaken en laten luchten van de bedden, rouleren ze de bezetting. Daarom had ik elke dag een andere capsule en een ander kluisje. Gelukkig kon ik mijn tas gewoon achterlaten bij de receptie.

Het enige nadeel was dat ik elke dag heel hard moest nadenken bij het overpakken. Wat gaat in mijn meeneem-tas, wat laat ik achter? Wat gaat in mijn kluisje, en wat neem ik mee de capsule in? Het zal mijn autisme zijn, maar dat snelle schakelen is echt mijn ding niet. En ik had natuurlijk voor vijf dagen kleding bij me… Afijn, dan maar heel de vloer van de locker room bezaaien met stapeltjes, in mijn sorteerproces.

Rise and shine

Ik kwam aan op zondag, na een razendsnel ritje met de Shinkansen. In nog geen twee uur was ik in Sendai. Ik wandelde van het station naar het hotel, zocht eten en besloot snel te gaan slapen. Maandag was Fukushima-dag.

De blog over mijn bezoekje aan Namie, Fukushima heb je hier kunnen lezen. Ik schreef mijn blogtekst op dinsdagochtend, want ik wilde zo min mogelijk vergeten. Maar ik was ook aardig moe, dus ik besloot in de middag iets leuks te gaan doen. Ik weet niet meer hoe ik erop kwam, maar ik zag *ergens* iets over Matsushima. Het zou één van de drie mooiste uitzichten van Japan zijn, of, althans, vóórdat de tsunami langskwam.

Even over die tsunami, trouwens. Op 11 maart 2011 vond de grootste ramp in de recente geschiedenis van Japan plaats. Een aardbeving, een tsunami, een ontploffende kerncentrale… De Tohoku-regio had het meest te lijden, en lijdt nog steeds. Infrastructuur werd verwoest, toerisme daalde tot een dieptepunt. Om het toerisme weer een beetje op te krikken, probeert de Japanse overheid werkelijk van alles. Zo had je in het najaar het PokémonGO Lapras-event, en die Tohoku treinpassen zijn niet voor niks zo’n goede deal, natuurlijk.

Afijn, Matsushima. Tsunami of niet, de rotsachtige eilandjes in zee waren nog altijd prachtig. Ik boekte een boottocht van een uur en keek mijn ogen uit.

ToepsMatsushima-1

ToepsMatsushima-2

ToepsMatsushima-3

ToepsMatsushima-4

ToepsMatsushima-5

ToepsMatsushima-7

ToepsMatsushima-8

In de categorie: ongetwijfeld mooier vóór de tsunami…

ToepsMatsushima-9

ToepsMatsushima-10

ToepsMatsushima-12

Mijn feestje

Op woensdag besloot ik een dagje in Sendai te blijven. Ik werkte aan mijn Namie-foto’s en postte de blog.

Donderdag zou ik naar het katteneiland gaan. Eerder al had ik met hulp van Kei uitgezocht hoe ik er moest komen. Er gaan maar drie boten per dag, en ik wilde natuurlijk ook nog terug. Maar toen ik donderdag wakker werd, voelde ik me niet optimaal. Ik had buikpijn, en het idee in een trein te moeten blijven, omdat ik anders de boot zou missen, maakte me paniekerig. Ja, nee, ik dacht na die twee uur boemel naar Namie dat ik genezen was, maar ha! Wrong.

Het gaf niet. It’s my party, dus ik schrapte Cat Island en ging shoppen. Ik vond een Euro Disney-shirt bij de WEGO in Sendai, dus misschien had het wel zo moeten zijn.

IMG_2715

Gorge-ous

Vrijdag was mijn laatste dag. Het plan was om via de Naruko Gorge naar Shinjo te reizen, om daar een Shinkansen terug naar Tokio te pakken.

Mensen die mij een beetje kennen, weten dat ik een enorme nerd ben. Daardoor vind ik wellicht andere dingen leuk dan de gemiddelde toerist. Want als je op websites kijkt naar to-do’s in bijvoorbeeld Sendai, dan krijg je een lijst met tempels, tempels en nog meer tempels. Misschien ergens een keer iets natuur-achtigs of een saai museum. Maar toffe treinreizen, nerdy musea of bizarre bruggen/tunnels/gebouwen? Die vind je niet zo makkelijk. Ze zijn er wel, hoor! Zo heeft Japan Rail een website met daarop hun Joyful Trains: bijzondere ritten in bijzondere treinen. Fun!

Afijn. Ik pakte de Shinkansen van Sendai naar Furukawa, om daar in het boemeltje van de Rikuuto-lijn te stappen. Een uur later was ik in bergdorpje Naruko Onsen. Onsen betekent “badhuis met natuurlijk bronwater”, en de zwavellucht komt je direct als je het station uitwandelt tegemoet. Jep, dat badwater is verwarmd door vulkanische activiteit!

Omdat het vanaf het stationnetje nog anderhalf uur lopen was naar de Naruko Gorge, en ik al mijn spullen bij me had (camera, laptop, opladers, voor vijf dagen aan kleren…), besloot ik een taxi te pakken. Vanaf Naruko Gorge zou ik dan nog een half uur wandelen naar Nakayamadaira Onsen, het volgende stationnetje op de Rikuuto-lijn.

ToepsNaruko-3

ToepsNaruko-2

ToepsNaruko-4

ToepsNaruko-1

Naruko Gorge-ous: ik denk dat niemand die woordgrap eerder maakte

Zo gezegd, zo gedaan. Halverwege stopte er nog een autootje met twee Japanners die me een lift aanboden, maar ik wilde liever blijven leven dus ik riep “daijoubu desu!” en wandelde vrolijk verder met mijn loodzware rugtas.

Ik vond het ook wel interessant. Namie was verlaten en vervallen, maar dat kwam natuurlijk door de ramp met de kerncentrale. Althans… Was dat eigenlijk wel zo? Het viel me op dat veel huisjes op mijn wandelroute tussen Naruko Gorge en Nakayamadaira net zo vervallen waren. Zelfs het Nakayamadaira Community Center (zo ontcijferde ik uit de katakana op de gevel) was een treurige, leegstaande hal. Waar wás iedereen?

Nu vermoed ik dat de regio populairder is in het najaar en de winter. Dan heb je prachtige herfstkleuren en sneeuw. Maar veruit de meeste gebouwen zagen er niet uit alsof ze voor het seizoen gesloten waren. Het leek alsof ze al jaren stonden te verpieteren, en dat is waarschijnlijk ook zo. Is het de daling van het geboortecijfer in Japan, waardoor de bevolking afneemt? Komt het doordat alle jeugd naar de stad verhuist? Is dit nog de klap die het toerisme te verduren kreeg na de tsunami en de daaropvolgende kernramp? Is het alles bij elkaar? Hoe dan ook, ik vond het treurig.

Treinleven

Na een wandeling van een half uur, bleek op het station van Nakayamadaira dat de volgende trein pas een uur later zou komen. Ik nam plaats in het sfeervolle wachtkamertje, laadde mijn telefoon op (want natuurlijk was zelfs hier een stopcontact te vinden!), en bewerkte vast mijn foto’s. Een uur later stapte ik in het boemeltje dat mij, door prachtig berglandschap, in iets meer dan een uur naar Shinjo zou brengen. Vanaf daar reed een Shinkansen naar Tokio.

Google was het er niet mee eens, trouwens. Volgens de reisplanner moest ik vanaf Shinjo gewoon terug naar Sendai, en daar de Tohoku Shinkansen pakken, waarmee ik bijna een week eerder ook aangekomen was. Maar hey, da’s toch saai!

Ik besloot het advies van Google in de wind te slaan, en koos voor de Yamagata Shinkansen. Ook wel “mini-Shinkansen” genoemd, want het ding stopt overal, en rijdt de helft van de tijd over normaal spoor. Een soort Thalys naar Parijs dus, minus de soldaten. Het kreng deed er drieënhalf uur over, had geen stopcontacten (wtf?!) en zette pas na twee uur de airco aan. Misschien had ik toch beter naar Google kunnen luisteren.

Enniewees. Vrijdagavond laat kwam ik eindelijk thuis aan. Ik dook moe maar voldaan mijn bedje in. Sendai is geweldig! Enne, omdat ik niet naar het katteneiland ging, heb ik nu nog een dag vrij reizen over! Waar zal ik deze week eens naartoe gaan…?

6 reacties op “Super Sendai”

  1. Robin Valentine schreef:

    Prachtige foto’s weer, like always Sapporo gedaan dus ik heb genoeg in treinen gezeten in Japan… XD alhoewel ik dat wanneer ik in augustus ga vast vergeten ben lol.

    1. Toeps schreef:

      Dankjewel!

  2. Fenneke Gonggrijp schreef:

    hoi densha otaku :) mijn man is er ook zo-eentje. we gaan in februari naar Japan (Japan in de sneeuw!!!) en ik heb al veel sneeuw-dingen gepland maar nog vrij weinig trein-dingen. we zitten ongeveer 3 dagen in Tokyo. Heb je misschien wat tips voor mooie spoorbruggen, voormalige sporen/stations, of andere leuke dingen voor een treinnerd in Tokyo? je blog over Karamatsu Train had ik al gevonden :) Alvast bedankt!

    1. Toeps schreef:

      Hmmm ik weet niet heel veel, maar kijk vooral ook Japan Railway Journal op Youtube! En ik vind zelf de hangende monorails in Chiba en naar Enoshima heel vet. En de bestuurderloze Yurikamome naar Odaiba. Metro-museum vond ik ook erg leuk, zit ergens onder een metrostation (hehehe).

      1. Fenneke Gonggrijp schreef:

        oh het metro-museum is een goeie, thanks! Hakone staat deze keer niet op de planning maar ik zet het op de lijst.

    2. Toeps schreef:

      En oh ja als je naar Hakone gaat heb je daar toffe bergtreintjes. En de Romance Car erheen is ook tof, mooie views.

Je kunt niet meer reageren.