Ik had het nooit zo op Shinjuku. Het drukste stukje Tokio, met het grootste station ter wereld, waar 8 treinlijnen en nog eens 5 metrolijnen samenkomen (Shinjuku Sanchome meegerekend), waar elke dag meer dan drie miljoen(!) mensen als mieren in een mierenhoop rondkrioelen, en bovenal, waar ik door de meer dan 200 in- en uitgangen nooit iets kon vinden.
De timing was ook nooit goed. Sakura House zit in Shinjuku, dus de eerste paar jaar sleepte ik na een slapeloze nachtvlucht twee koffers naar het kantoor om mijn sleutels op te halen. Als ik de juiste uitgang kon vinden, that is. Ik herinner me nog die keer dat ik, in de stromende regen, steeds maar weer op een busplatform uitkwam. Ik kon zien waar ik moest zijn, maar ik nam steeds de verkeerde trap naar boven. De weg oversteken was not done, en al helemaal niet met mijn bagage.
Ik ontdekte uiteindelijk de Ta-Q-Bin bagageservice, en leerde welke lift naar de juiste uitgang leidde, maar Shinjuku werd nooit mijn ding. Tot deze keer.
Dakterras
Natuurlijk wist ik wel een paar goede plekken in Shinjuku. Karamatsu Train zit ergens in een zijstraatje. Met Charlotte ontdekte ik al het dakterras-met-speeltuin van Odakyu, en afgelopen november vond ik ook het geheime trappetje naar het dak van Marui in Shinjuku Sanchome. (Marui? Ja, da’s OIOI voor de buitenlanders.) Sowieso kon ik het met Sanchome, Japans voor “blok drie”, vorige keer ook al aardig vinden. Ik stapte er vaak over, van de Fukutoshin line op de Marunouchi of de Shinjuku line. Ik ontdekte er BIC Camera, de winkel die alle fotokabeltjes verkoopt die je maar nodig kan hebben. Ik ontdekte de Starbucks op de tweede verdieping van Marui, en snapte toen nog niet waarom de achtste er ook een had, zonder uitzicht. Trap, dakterras, slimme.
Locatie
Goed, deze keer koos ik voor een ander huis. Een goedkoper huis. Mijn kamer kost maar 550,- per maand, en voor dat bedrag zitten mijn negen huisgenoten en ik tussen metrostation Hatagaya en Sasazuka in. Ver weg? Nee, totaal niet. Hatagaya is twee stops verwijderd van Shinjuku op de Keio New Line, en als ik te lui ben om naar de halte van de New Line te lopen op Shinjuku (da’s namelijk zo een kwartier wandelen!), dan pak ik de Keio-gewoon-line naar Sasazuka. Sasazuka, het station iets verder op de lijn, is de plek waar de New Line en de oude lijn (1913, écht oud dus!) weer samenkomen. Vanaf daar wandel ik in zes minuutjes naar huis. Een kwartiertje verderop zit trouwens ook nog de Odakyu line, waarmee ik direct naar Harajuku en Shimo-Kitazawa zou kunnen. Maar meestal heb ik honger en daardoor geen zin om te wandelen. Op de heenweg, that is.
Wandelen
Op de terugweg wandel ik graag. Eergisteren liep ik van Harajuku naar huis. De route leidde door Yoyogi Park en vervolgens door een woonwijkje, waar de oude Japanse huisjes worden afgewisseld met modernistische betonnen hoogstandjes. Duurt 49 minuten, maar dan heb je ook wat. Heel veel Pokémon, vooral.
Oh Pokémon. Dat is de tweede reden van mijn ontluikende liefde voor deze plek. Tegenover electronicawinkel Yodobashi (denk Media Markt, maar dan gekker) staan drie rijen met bankjes, gevuld met Pokémon-minnende Japanners. Er staan altijd lures aan, en raids win je met z’n twintigen zo.
Dit weekend sprak ik af met twee Japanse Pokémon-vrienden. In Shinjuku. Allereerst gingen we lunchen, bij een Italiaans all you can eat-buffet (14 euro inclusief alles!) in de kelder van een groot kantoorgebouw. Daarna chillden we in het parkje tegenover het overheidsgebouw, waarna we natuurlijk nog even Yodobashi aandeden. Eergisteren besloot ik terug te gaan, en vond ik in weer een ander souterrain een fantastische Starbucks, een oase van rust in een anders zo drukke stad.
Treinspotten
Vandaag liep ik van Harajuku naar Shinjuku. Een wandeling van een half uur, maar ik zou nog langs station Yoyogi komen, voor het geval dat ik halverwege geen zin meer zou hebben. Ik deed het stuk vaak genoeg met de trein, maar ik had geen idee dat Yoyogi en Shinjuku zó dicht bij elkaar lagen.
Een paar meter na Yoyogi doemt de befaamde Empire State-achtige toren al op, en daarna stuitte ik op een winkelcentrum waar ik ooit eerder was geweest, maar niet vanaf deze kant. Ik wist dat er een Tokyu Hands was – mijn favoriete winkel voor knutselspul en kantoorartikelen. In 2012 ging ik er wel eens heen via het station, maar ik had geen idee meer welke van de vijf miljoen uitgangen ik moest hebben. Vandaag leerde ik dat ik net zo goed op Yoyogi kan uitstappen.
Ik nam de loopbrug, en zag daar het mooiste uitzicht ooit, althans, als je een autistische treinennerd bent zoals ik. Aan de ene kant station Shinjuku, met NEX-treinen, Yamanote-treinen en Limited Express-liners. Aan de andere kant station Yoyogi, waar de Yamanote en de Chuo-lijn af en aan rijden. Dat alles omlijst met hoge gebouwen in het avondlicht.
Behalve de Tokyu Hands zat er een prachtige Starbucks en een pas geopend dimsum-restaurant met een rij van hier tot… Eh, Osaka? Terwijl ik verder liep naar het station, zag ik nog een Starbucks-logo. En daar zit ik nu, op de vierde verdieping van het Mylord-warenhuis. My lord. Shinjuku is geweldig.
Ergens de positieve kant van leren kennen is altijd fijn!
En leuk, de Starbucks is bij mij ook zo’n nulpunt, juist omdat het ‘saai’ is. Een koffietentje hoeft voor mij ook niet interessant te zijn, ik ga in een stad koffie drinken om even tot rust te komen tussen alle prikkels. Dan moet er niet ook nog van alles omheen gebeuren zeg maar.
Nee ik vind starbucks als vast patroon in een leven niet saai. Een bestelling (half) slapend kunnen opdreunen in een winkel waarvan men weet hoe die werkt noem ik praktisch. kan zijn door eigen autisme.
Door deze post wil ik zó graag weer terug naar Japan, zo leuk om foto’s te zien van plekken waar ik zelf ook ben geweest.
Herkenbaar, het starbucks gedeelte. Toen ik drie jaar geleden voor het eerst in Azie was en na een slapeloze nacht in bangkok aankwam, heb ik er praktisch vier dagen gezeten om aan de geuren, de smerigheid en de verstikkende hitte te wennen. Toen voelde ik me er slecht bij, want ja je kunt ook de lokale economie steunen enzo, nu zou ik het zo weer doen en het mezelf gunnen om die rust even te pakken.
Ik Ben niet zo’n reiziger. Al heb ik niet in Arnhem ook ‘gewoon’ mn vaste tentjes waar ik al jaren kom. Gamba visspeciaalzaak waar ik altijd 2 haringen en flesje cola bestel. Verder is Doppio en t loempiakraampje ook favoriet. Lekker saai, vertrouwd en gelukkig altijd hetzelfde. Net als de kapper trouwens.
Auw… als ik dit lees wil ik weer terug… was in Tokyo in 2011 en 2016. Om de paleistuin heen gelopen en in de tuin geweest en natuurlijk alletwee de transen van de Skytree. En Shibuya… Gotanda… de winkelgalerij in Shinagawa… restaurant Gonpachi maar ook Takaosan zucht… nog zoveel te zien daar