Zoals jullie wellicht wel is opgevallen, zit er een gat tussen mijn laatste twee blogs. Ik maak een sprong in de tijd, van Hongkong naar Tokio-na-de-kersenbloesem. Ja, ik was aan het werk. Maar niet alleen dat. Ik bracht ook nog een bezoekje aan Hong Kong Disneyland (voor iedereen die zich afvraagt waarom steeds die wisselende schrijfwijze: Hong Kong is de Engelse spelling, Hongkong de Nederlandse), ging met onbekenden naar een baseball-game en shootte met Anne in het park. Maar daar heb ik óf geen (mooie) foto’s van, óf ik moet ze nog bewerken.
Purr Purr
De pics van Anne, die komen in een los stuk. Die zijn namelijk te mooi om nu al te spoileren, daar wil ik even de tijd voor nemen. Wat ik wél vast kan laten zien zijn de purikura-shots die we maakten. OMG. So kawaii. En zo realistisch ook.
Toen ik de pola’s en purikura-prints in mijn tas stopte, bedacht ik me dat het handig was om ze te scannen. En waar doe je dat in Japan? Bij de Family Mart natuurlijk! Je neemt je eigen USB-stick of geheugenkaart mee, gooit 15 cent in het ding en tadaaa! Mailen kan trouwens ook. Ah, Japan, had ik al gezegd dat ik je geweldig vind?
Hoi met Maan
Dan, om maar even lekker niet-chronologisch te blijven doen: Hongkong, alwaar ik twee halve dagen met Maan doorbracht. Langer kon niet, want Charlotte zou naar Japan komen die donderdag. Dus ik zit woensdagochtend op het vliegveld, ingecheckt en wel voor mijn vlucht terug, en ik denk: “Hmm, laat ik Charlotte even appen, hoe laat ze precies aankomt en zo.” – “Ehm, ik vlieg zondag pas?”
Oeps. Hoewel ik me er terdege van bewust was dat we Charlottes reisdata hadden verschoven, wegens sakura-vakantieweek en een overvol Disneyland, bleek dat niet helemaal doorgekomen te zijn in mijn Google-agenda. Vervolgens hebben we nog volkomen langs elkaar heen geappt, waarbij zij niet reageerde op mijn verkeerde datum, en ik de júiste datum op haar screenshot volledig over het hoofd zag. Lang verhaal kort: ik had veel langer met Maan in Hongkong kunnen spenden.
Maar goed, ik was al ingecheckt en wel, en weet je, het was ook wel goed zo. Op de dag dat ik alleen door Hongkong moest crossen, heb ik mijn angsten voor metro’s-zonder-wc grotendeels overwonnen. En in Disneyland kon Maan in die vier uurtjes alsnog alles zien, want overal stond maar vijf minuten rij. Kortom, handig is anders, mijn ticket had ook een stuk goedkoper gekund, maar hey. Ik was vrolijk en tevreden, dus daar ging deze extra informatie niks aan veranderen.
Mystic Manor
Dan Disneyland. Voor Parijs-adepten die vezelloze pasta en te zoute friet gewend zijn gaat dit ongeloofwaardig klinken, maar Chinezen gaan naar Disneyland om… Te eten. Ik overdrijf niet als ik zeg dat er evenveel restaurants als rides in het park te vinden zijn. Al heeft dat ook iets te maken met het summiere aantal rides.
Geen Pirates, geen Star Tours… Wél een geweldige Small World, waar naast de standaard zingende poppetjes ook Disney-figuren in zijn verwerkt. Het is zo logisch, dat je je plots afvraagt waarom dat in de andere parken niet zo is. En dan was er die ene attractie waar ik zo ontzettend naar uitkeek: Mystic Manor.
Het huis van één van de matties van meneer Hightower, de eigenaar van de Tower of Terror in Tokio. Net als Hightower houdt ook deze tjap van het verzamelen van kunstschatten van over de hele wereld, en dat doet ‘ie in gezelschap van zijn aapje. Een van zijn nieuwste aanwinsten is een betoverende muziekdoos, waar het aapje natuurlijk niet vanaf kan blijven…
Het is zo’n ritsysteem zonder rails net als bij Ratatouille, terwijl de effecten in het huis doen denken aan het begin van Phantom Manor. Ik verwachtte een rij van uren, maar ook hier waren we binnen vijf minuten aan de beurt. We zijn er dan ook maar direct twee keer in geweest!
Homerun
Terwijl ik in Hongkong zat, reageerde er iemand stomverbaasd op mijn Instagram. Charis, een Nederlandse die in Hongkong woont, zat op dat moment net voor vakantie in Tokio. Alsof we van plaats hadden gewisseld! Ik kende Charis eigenlijk helemaal niet, maar Riemer kende haar wel. Althans, van internet. Ze volgde me al een paar maanden, en weet je wat dan zo leuk is, als Dutchies in het buitenland? Dan ga je elkaar gewoon ontmoeten!
Charis en haar vriend, beiden werkzaam in de IT-bizz, waren in Tokio voor vakantie. “Toch in de buurt!” – dat was ook mijn argument om even naar Hongkong te vliegen. Vier uur vliegen, da’s net zo ver als van Amsterdam naar Moskou. En ik ga nou nooit bij iemand in Rusland op de koffie, zo van: “Hè, ja, ik was toch al in Amsterdam!”
Maar goed. Charis en vriend gingen naar een baseball-wedstrijd, en of ik mee wilde. Nou ja, met baseball heb ik niet zo veel, maar ehm… Sure!
Het was zó grappig. Niet die wedstrijd hoor, die was redelijk saai. De thuisploeg veegde de tegenstanders bijna letterlijk van de mat. Maar oh, het publiek! Japans publiek. Je kunt je er inmiddels misschien wel een voorstelling van maken, maar ik zal het toch nog even beschrijven:
- Ze dragen állemaal iets in de kleuren/met het logo van de club.
- Ze zingen wel twintig verschillende strijdliederen, die allemaal ontzettend melodieus zijn en waar je instant vrolijk van word.
- Als ze staanplaatsen hebben, doen ze hun schoenen uit en gaan ze op hun meegebrachte plastic kleed staan.
- De meiden die met een portable biertap lopen, hebben hun pet, shirt en kapsel zó ontzettend leuk gestyled, dat je bijna óók in het station wil gaan werken.
- Bij elke homerun zegt het scherm “wave your towel!”, en dat doet dan ook íedereen. (Geen idee waar ze plots allemaal die handdoekjes vandaan trekken, tho.)
- Na afloop ruimt iedereen z’n klerezooi op, stopt het in een plastic zakje en gooit het in de prullebak. Halleluja.
Eén ding viel me tegen: toen ik met mijn camera in de aanslag stond (lamme arm, volle kaart, wéér geen matchpoint…) om het overwinningsgejuich te filmen, viel de reactie tegen. Waar ik een uitbundig feest had verwacht, dachten de Japanners: Oké, gewonnen, klaar, zooi mee en wegwezen. Ehm, huh?
Goed, wij besloten dan het stadion ook maar te verlaten, waarna we sushi aten waarvoor we een uur in de rij moesten zitten, maar dat gaf niet want ik haalde stiekem drinken bij de supermarkt in de kelder van het gebouw.
Heb ik foto’s van deze superleuke middag? Eentje. Van een baseballveld. Maar ik neem aan dat jullie allemaal zelf ook wel weten hoe dat eruitziet, dus ehm. Sorry. Volgende blog beter. (Piemels! Piemels!)