Bezoekuur #2: Riemer

In mijn vorige post vertelde ik hoe mijn familie naar Japan kwam, en hoe ik vanuit Osaka naar Narita vloog om Riemer op te halen. Die kwam namelijk ook! We hadden het expres zo gepland dat de Riemer een aantal dagen zou overlappen met mijn familie, zodat we samen naar Disneyland konden gaan.

Wat niet helemaal gepland was, was de officiële break-up tussen Riemer en mij. Maar goed, we zijn grote, volwassen mensen, dus dit gingen wij gewoon even netjes leuk en gezellig houden. (Of dat allemaal lukte lees je verderop in deze blog, du-du-duuuu!)

Polderjapanner vs. sushihollander

Mijn vlucht naar Narita ging voorspoedig, dus ik ontmoette Riemer daar volgens plan. We pakten de Narita Express en toen de Azusa naar Hachioji, alwaar Riemer zou logeren. Ik had hiervoor het appartement op 10 beschikbaar gesteld, waar eerder ook Charlotte logeerde. Maar waar Charlotte het helemaal oké vond in het karige appartement zonder internet (“Ik heb toch een pocket wifi en we zijn toch altijd op pad!”), vond Riemer het maar niks. Misschien ook wel ergens omdat er herinneringen aan de ruimte kleefden, al was hij volgens mij nooit echt in dat appartement geweest toen het af en ingericht was. Goed, eerst maar eens naar de lezing van Fumiko.

Toen ik nog in Nederland woonde, had ik Japanse les van Fumiko Miura, een Japanse die in Rotterdam woont. Ik wilde vanwege mijn autisme graag privéles, want ik was doodsbang om fouten te maken of rare dingen te zeggen, en al helemaal ten overstaan van een groep anderen. Dus ik kwam regelmatig langs bij Fumiko, die een klein leslokaaltje aan huis had ingericht.

Op een gegeven moment was Fumiko geïnterviewd voor een tijdschrift, dat een themanummer over Japan maakte. (Ze dachten toen nog dat er in de zomer van 2020 Olympische Spelen zouden zijn… Ahhhh.) Fumiko werd na dit interview benaderd door een uitgever, met de vraag of ze een boek over haar ervaringen wilde schrijven. Ze vertelde het mij tijdens een van onze lessen, en ik zei natuurlijk: “Moet je doen!” Fumiko had wat twijfels: “Kan ik dat wel? Mijn Nederlands is niet vloeiend…” Ik verzekerde haar ervan dat dit geen probleem was: “Je krijgt toch een redacteur? Die haalt alle fouten er wel uit hoor!” Ook toen tijdens de pandemie onze lessen online doorgang vonden, praatten we regelmatig over het schrijfproces. Over wat Nederlanders leuk vinden om te lezen over zichzelf, en zo. Toen het boek in januari 2023 uitkwam, reikte Fumiko aan mij het eerste exemplaar uit.

(Ik heb het toen niet meteen gelezen. Ik was namelijk bezig aan mijn eigen boek over Japan, en ik was bang dat ik onbewust dingen zou overnemen. Toen ik, nadat mijn eigen boek af was, Polderjapanner las, moest ik zó hard lachen: haar stuk over ikigai en het mijne sluiten naadloos op elkaar aan.)

De dag dat Riemer landde, gaf Fumiko een lezing op de Nederlandse ambassade in Tokio. We besloten erheen te gaan. Hannah, de illustrator van zowel Fumiko’s als mijn boek, was er ook. Daarnaast was het een goede gelegenheid om iedereen van de ambassade eens in het echt te spreken. Wie weet wat daar nog uit voortkomt…

Riemer verkaste naar z’n eigen hotel, iets waar ik eerst heel gefrustreerd over was (“ja hallo, ik maak hier de hele boel voor je klaar en bied je onderdak aan en dan vind je het niks en en en…”), maar ook direct begreep toen ik zijn hotelkamer plus uitzicht zag. Ik bedoel, als je het geld kan missen, dan moet je ook gewoon voor comfort kiezen. En stiekem vond ik het ook niet erg om dan zelf terug naar François’ huis te kunnen – er was immers geen enkele reden meer voor mij om in Hachioji te slapen.

Uitzicht vanuit Riemers hotel
Deze twee hadden me gemist

Umihotaru

De volgende dag was het tijd voor iets dat al heel lang op mijn bucketlist stond: Een bezoek aan Umihotaru (Japans voor zee-vuurvlieg), het kunstmatige eiland in het midden van Tokyo Bay, dat de brug en de tunnel van de Aqualine met elkaar verbindt. Op het eiland vind je een parkeerplaats en een complex met verschillende wegrestaurants (en een Starbucks!). Er gaat in principe een bus, soms, maar het is voornamelijk met de auto te bereiken.

Ik had al heel lang de afspraak hier met Riemer heen te gaan, maar François wilde ook. Dus wat doe je dan? Je gaat met z’n drieën, in één huurauto. Het was de eerste keer dat Riemer en François elkaar ontmoetten – en dan meteen navigerend over tolwegen naar een raar wegrestaurant midden op zee! Maar het ging goed, want van beiden kreeg ik later de feedback dat de ander “een oké-e gast” was.

Vanaf Umihotaru zagen we in de verte Disneyland, waar mijn familie op dat moment rondwandelde. Ook maakten we een foto met de boorkop, die ooit gebruikt was om de tunnel aan te leggen en nu als een kunstwerk op het eiland tentoongesteld stond.

Hoi wij zijn The Boring Band, we spelen 00's rock en dit is ons nieuwste album

Disney aan zee

De volgende dag gingen Riemer en ik samen met mijn familie naar DisneySea. Met dank aan hen konden we ook naar Fantasy Springs, het pas geopende themagebied! Dit gebied is (omdat het nieuw is) nog zo exclusief, dat je er niet eens zomaar naar binnen mag lopen; je moet een betaalde pas hebben, of een reservering voor een attractie. Die kun je maken in de app, maar dan moet je ofwel met openingstijd in het park staan, ofwel wachten tot een uur voor sluitingstijd, als de meeste mensen al naar huis zijn.

We konden alle vier de nieuwe attracties doen, en wow, wat zijn ze gaaf!

Rapunzel
Frozen dining hall
Peter Pan

On the road

Een dag later haalden we de volgende huurauto op, en reden we naar Utsunomiya. Nu is dat niet echt een sprankelende plaats of zo, maar we hadden een meerdaagse route uitgestippeld om naar Niigata te rijden, en Utsunomiya was een handige eerste stop. (Ook hebben ze recentelijk een lightrail geopend, maar hoewel de trein-YouTubers me er al maanden enthousiast over proberen te maken, is het eigenlijk gewoon een veredelde tram en honestly, who cares.)

Utsunomiya was wel een klein dieptepuntje voor mij. Allereerst was ik nog behoorlijk overprikkeld van Disney. Riemer en ik waren getuige van een incident in de attractie Soaring dat nog lang in mijn hoofd bleef rondspoken. In mijn hotelkamer schreef ik het van me af, dat hielp.

Hoi ik ben Toeps en ik ben overprikkeld

Verder speelde er nog iets anders. Ik had al weken eerder mijn visumverlenging aangevraagd, iets waarover ik behoorlijk in de stress zat. (Was het nodig? Dat weet ik niet. Maar dat niet-weten is het ergst.) Toen we in Utsunomiya waren, kreeg ik een mailtje van mijn advocaat, dat de verlenging was goedgekeurd. Ze konden me nog niet vertellen voor hoe lang, maar ik moest zo snel mogelijk mijn oude verblijfsvergunning opsturen om de nieuwe te kunnen ontvangen.

Dus die ochtend ging ik langs het lokale postkantoor met mijn zairyu card op een papiertje geplakt, om een grote, aangetekende envelop te kopen en te laten versturen. Daarna at ik een ontbijtje met Riemer in de lokale Starbucks, terwijl ik me nog keihard druk zat te maken over dat visum, de termijn, de kosten, de onbegrijpelijke regels en wat al niet meer. Ik merkte dat Riemer er amper op reageerde, waardoor ik in eerste instantie harder mijn best ging doen. Toen ik hem letterlijk vroeg waarom hij zo mat was, bitste hij terug: Waarom ben jij zo hyper?!

Hij legde me uit dat hij, nu we uit elkaar waren, niet meer zo invested wilde zijn in mijn verhalen. En dat snap ik op zich wel, maar aan de andere kant… Dit soort verhalen zou ik ook gewoon tegen vriendinnen afsteken, daar hoef je niet per sé partners voor te zijn. Aan de andere andere kant… Ik snap dat dit een moeilijk onderwerp was voor Riemer, en dat het ook even zoeken is naar een nieuwe balans. Ik zei dat het wel een heel ongezellige trip ging worden als we nergens meer over konden praten, maar dat was ook niet de bedoeling, zei hij. Nog wat ongemakkelijk gingen we verder op weg.

Bridge monitoring monitoring system

Helaas was de eerste bestemming op mijn wishlist een tegenvaller: de Shinkansen-achtbaan in Tochinoki Family Land was vanwege de regen gesloten. Diezelfde regen weerhield ons er niet van om over enge (maar mooie!) bergweggetjes naar Kinugawa Onsen te rijden. Die plaats is beroemd om z’n hoeveelheid verlaten hotels. Ik was er al eens eerder geweest, maar Riemer wilde het ook graag eens zien.

Volgende stop: Aizuwakamatsu. Ook dit was voornamelijk een stop omdat het nu eenmaal handig was op de route richting Niigata. We verbleven in een Toyoko Inn, het vertrouwde, goedkope businesshotel met bedden die precies hard genoeg voor me zijn. (Ja, ik heb inmiddels een klantenkaart. Nog maar vier overnachtingen en ik krijg een gratis bonusovernachting!)

Niigata

Van Aizuwakamatsu reden we door naar Niigata. Ik had er twee dingen op mijn lijstje staan: de Starbucks (voor mijn medaille!) en het Hard-Off Eco Stadium! Oké, die laatste moet ik even uitleggen: Hard-Off is mijn favoriete kringloopwinkel, die voornamelijk gespecialiseerd is in hardware. De keten komt oorspronkelijk uit Niigata, dus daar sponseren ze ook de lokale voetbalclub. En dat levert interessante plaatjes op.

Tuuu du-tu-tu, tuuu du-tu-tu!

Onderweg naar Niigata spotten we ook nog een klein treinenmuseum, in Niitsu. Er stond een beest van een dubbeldekker-shinkansen geparkeerd (waar we helaas niet in mochten).

In Niigata sliepen we wederom in een Toyoko Inn. Op dag twee, de enige volle dag die we in Niigata hadden, ben ik (hoera, meer overprikkeling!) voornamelijk binnen gebleven. Riemer heeft die dag door de stad gewandeld, een hoge toren met uitzicht bezocht, de hele toeristische toestand. Ik kwam niet verder dan de Starbucks tegenover het hotel, waar ik even naar mijn laptop heb zitten staren en toen onverrichter zake weer naar mijn kamer ben gegaan.

Sassy aubergine in de Off-House in Niigata
Dubbeldekkertrein!
Een snufje cultuur langs de weg

Een koffielodge in Tanigawa

Onze laatste accomodatie had Riemer uitgezocht. Het was een lodge in de bergen van Gunma; in the middle of nowhere, maar ook precies op de juiste plek voor waar we naartoe wilden.

Nu was deze lodge wel vrij heftig voor mijn autistische ass. De badkamers en toiletten waren gedeeld, en tijdens het ontbijt was het een lawaai van jewelste, want alle andere gasten waren ook buitenlands, en hun volume staat doorgaans toch net een tandje harder dan dat van de gemiddelde Japanner. De rustige omgeving maakte echter een hoop goed. En naast het gasthuis zat het enige restaurant van de directe omgeving, een schattig Italiaans tentje (met een Japans dametje in de keuken, natuurlijk), waar volgens mij het hele gasthuis ging eten. Maar dat eten smaakte voortreffelijk, dus wij vonden het helemaal bellissima.

Het gasthuis: Tanigawa Valley Lodge & Coffee Roastery
Mijn traditioneel Japanse kamer
Hier waren we op weg naar een verborgen Shinkansen-tunnel! (Geen foto's van helaas, alleen een vaag filmpje op mijn Insta stories.)
Bijzondere architectuur in de area
Dit is toch prachtig?!

Hoog en laag

Maar dan! De enige echte reden dat Riemer en ik helemaal naar deze lodge in de bergen van Gunma waren afgereisd: Doai, het diepste station van Japan!

Ik had het natuurlijk al vaak genoeg op internet gezien, maar niks is zo cool als zelf die bijna 500 traptreden naar beneden lopen, om in een ijzige ondergrondse tunnel uit te komen, waar vijf keer per dag een trein stopt.

Het station ziet er vervallen uit, bijna verlaten. Even vraag je je af of je er wel mag komen, maar dan zie je alle andere toeristen en dagjesmensen – ik denk dat er naar Doai meer kijkers dan reizigers komen.

Doei! Oh wacht...
Gewoon nog in gebruik
Heel normaal station
RIP bovenbenen, billen en kuiten van Toeps

Ik maakte een reel van ons bezoekje aan Doai. Aangezien het me nog steeds niet is gelukt ze op deze website te embedden (daarvoor moet ik met de Instagram-API aan de slag of zo?), moet je even hier klikken om ‘m te bekijken. Likes zijn lief!

Tegenover het station zit trouwens ook een cafeetje, en even verderop een grote winkel met souvenirs. Niet alleen van Doai, maar ook van andere attracties in de buurt. Een paar minuten rijden (of lopen, als je benen nog niet zuur genoeg zijn van al die trappen) van het station vind je namelijk ook Mt. Tanigawadake. (Wacht, is dat dubbelop? Dake betekent namelijk ook al berg…?)

Wij pakten lekker lui de kabelbaan, genoten van de herfstkleuren en het uitzicht, en aten toen een gigantisch bord katsu curry.

Mooie herfstkleurtjes
Is die torii nu zo klein, of staan daar een stel reuzen op de berg?

De volgende dag reden we, via de grootste Book-Off Super Bazaar van het land (die in Maebashi, Gunma) en een maffe Starbucks in Metsä Village (een park dat in het teken staat van Moomin en Finland) terug naar Hachioji.

Een paar dagen later vloog Riemer terug naar Nederland. Dat afscheid was even raar, wetende dat vanaf nu dingen anders zouden gaan, en hij niet zo snel meer terug naar Japan zou komen. En ook als ik naar Nederland kom (zoals eind maart volgend jaar, whieee!) zullen dingen anders zijn; ik kan niet meer zomaar bij hem logeren, en ooit moet ik nog wat spullen wegverhuizen en/of verkopen. Natuurlijk zijn we nog steeds vrienden, en bellen we bijna elk weekend. En het is goed zo. Maar toch is het gek.

Abonneer je op mijn blog en mis nooit meer een post!

Als je je abonneert, krijg je automatisch een mailtje als ik een nieuwe blog heb gepost. Hendig! (PS: Check eventueel je spambox om je abonnement te bevestigen.)