19 is mijn ongeluksgetal

In oktober kwam Hagibis, in Japan beter bekend als Tyfoon 19, de boel verstoren. Deze keer is het COVID-19, aka het coronavirus. Dit feestnummer gaat al een tijdje de ronde in Tokio, Yokohama en verderop in het land. Een groep taxichauffeurs op een partyboot, een dokter die lekker is blijven werken, en dan natuurlijk nog die andere partyboot, de Diamond Princess, waar de al dan niet besmette passagiers nu vanaf druppelen.

Wat we daarvan merken, hier in Tokio? Nou ja, niet super veel. Ja, de mondkapjes zijn op. Niet zozeer omdat de massahysterie is uitgebroken, eerder omdat opportunisten ze voor drie keer de prijs online verkopen, of koffers vol meenemen naar China. Het is zo’n 8% rustiger op straat. Of nou ja, in de Shinkansen, zo las ik. Maar ik denk dat het cijfer ook redelijk goed klopt voor de straten van Tokio. Mijn Japanse vriend van de rommelmarkt vertelde me dat Kyoto al helemaal heerlijk stil is op het moment, vanwege het huisarrest van zo ongeveer heel China en het afhaken van menig andere toerist. Vandaag zag ik in de trein dametjes met rubberen handschoentjes. Ik vroeg me wel direct af of ze thuis ook hun mobieltjes, kleding en handtas ontsmetten. Vast niet.

Maar om heel eerlijk te zijn ben ik niet echt bang voor het virus. Mensen die eraan overlijden zijn vooral man en bejaard, twee categorieën waar ik niet aan voldoe. Voor mij zal het hoogstwaarschijnlijk een mild griepje zijn. Maar da’s mijn punt niet. Ik maak me om één ding al een tijd zorgen, en da’s mijn geplande bliksembezoek aan Nederland, van 3 tot 8 maart.

Ik moest namelijk een lezing geven – of nou ja, ‘t is meer een interview. Stond al maanden gepland. Geen probleem, dacht ik, dan vlieg ik gewoon heen en weer. Kan ik meteen Riemer weer even zien, en twee koffers vol kimono’s, Polaroids en andere souvenirs afgooien. Charlotte komt deze vrijdag aan hier in Japan, de 28ste, dus die zou ik ophalen, naar haar huisje brengen, laten uitslapen en een dikke week later weer zien. Maar ja. Corona.

Mijn grote probleem is dat ik niet weet hoe dingen gaan lopen. Als volgende week in Nederland de pleuris uitbreekt, mag ik Japan niet meer in. Als ik met een unrelated kuchje en een heet voorhoofd aan de douane sta, mag ik Japan niet meer in. Als er een of andere pipo met het virus in mijn vliegtuig gezeten blijkt te hebben… Je snapt het. En dan liggen mijn spullen hier. Dan zit Charlotte hier. En ik…? Wie weet zit ik dan wel in quarantaine.

“Maar jeetje Toeps, is het echt zo erg dan? Overdrijf je nu niet een beetje?” Eh. Geen idee. Dat is het punt. In drie dagen ging Daegu, Zuid-Korea van 0 tot 100, en in Japan is het al een week angstvallig rustig. Dat is volgens mij omdat de Japanse overheid nog altijd vasthoudt aan hun zo gekoesterde Olympische Spelen, en hoopt dat de lente snel komt, en het griepseizoen zonder al te veel ellende overwaait. We weten simpelweg niet wat er gaat gebeuren. En daar kan deze autist niet tegen.

Dus na gisteren met knallende koppijn tien keer hetzelfde rondje tegen Riemer te hebben herhaald, raadde hij me aan vast links en rechts te informeren. Ik bezocht de site van KLM, en stelde een vraag aan hun online klantenservice. Kan ik mijn vlucht naar Nederland van 3 maart, en mijn retourtje Tokio van 8 maart tot en met 24 april, omboeken naar een enkele vlucht naar Nederland, op die 24 april of een datum in de buurt daarvan? Wat volgde was overigens de meest Kafkaëske situatie ooit, maar deze blog wordt te lang als ik dat ook nog moet gaan uitleggen, dus voor een potje janken om slechte klantenservice raad ik je deze twitterdraad aan.

Ik mailde de mensen van de lezing over dit probleem, maar het is weekend dus ik heb nog geen antwoord. Toch voel ik dat mijn hoofd steeds meer neigt naar in Tokio blijven. Ik zie mezelf namelijk al vijf dagen kapot gaan van de stress, waardoor ik straks inderdaad met een gloeiend hoofd en knallende buikpijn het vliegtuig uitkom die achtste maart. Self-fulfilling prophecy.

Maar ik heb besloten pas écht knopen te gaan doorhakken op de dag dat Charlotte hier aankomt. Als ze aankomt. Zij maakt zich ook zorgen over unrelated koortsjes, en chillt ‘m daarom nu al thuis. Nee, ik zie haar vást vrijdag. Daar geloof ik dan weer wel in.