Zoals jullie vast weten ben ik een groot fan van Marie Kondo en haar KonMari-opruimmethode. Maar als ik hierover met mensen praat, of gewoon het eerste-de-beste tijdschrift opensla, stuit ik vaak op vooroordelen. De meest gehoorde opmerkingen op een rijtje:
“Da’s toch die dame die wil dat je al je kleren tot een soort pakketjes vouwt en rechtop in je kast zet?! Onhandig!”
Het is gek om te zien hoeveel focus er ligt op dat vouwen. Er staan tientallen video’s op YouTube waarin wordt uitgelegd hoe je het beste vouwt a la KonMari, en het lijkt wel alsof mensen niet verder komen dan dat. Als je denkt dat Kondo’s methode dáárom draait, dan geloof ik wel dat het niet werkt voor je.
Sowieso lees ik bijna alleen maar over de KonMari-methode in het licht van het sorteren van je kledingkast. Maar dat is pas de eerste stap. Door je kleding te sorteren, item voor item, leer je om dichter bij jezelf te komen. Welk kledingstuk maakt je blij, wat past echt bij jou? Het is in dit tijdperk van prikkels soms lastig om echt naar jezelf te luisteren, terwijl je door de media van alle kanten gebombardeerd wordt met dingen die je leuk zou moeten vinden. Door te kijken naar je kleding train je jezelf in het maken van een superbelangrijk onderscheid: wat “sparks joy”, en wat voelt meh?
En dat opvouwen dan? Het gaat niet om het exacte formaat, om de kast die in magazines kan. Het gaat erom dat je in één oogopslag al je shirts kunt zien. Voordat ik de KonMari-methode gebruikte, kwam ik onderin de la nog wel eens een shirt tegen dat ik al in geen járen had gezien. “Oeps, had ik dit shirt ook nog?” Als het goed is zijn alle shirts ná KonMari je lievelingsshirt, en word je dus ook gelukkig van het opentrekken van je la: “Hallo mooie shirtjes, jullie hier?”
“Oh ja, die Marie, die spoort niet helemaal! Die wil dat je afscheid neemt van jurkjes, en praat tegen je sokken!”
Klopt. Doet ze. Hoef jij niet te doen hoor, als je dat awkward vindt. Maar wees eens eerlijk, zo raar is dat helemaal niet. Iedereen heeft wel een paar items waar ‘ie liefkozend tegen praat. Dat dure paar schoenen, die designertas, of misschien je MacBook… Wat Kondo bedoelt, is dat je liefdevol moet omgaan met je spullen. Het zijn immers jóuw spullen, en je bent ook lief voor jezelf, toch?
En afscheid nemen, door een jurkje te bedanken voordat je het in de zak van Max stopt? Ja, da’s raar. Maar is het niet nog raarder om het in je kast te laten hangen, omdat je het nog maar drie keer gedragen hebt, en het “zonde” is om ‘m weg te gooien? Zonde voor wie? Laat je het jurkje hangen, dan praat het je elke keer als je de kast opentrekt een schuldgevoel aan: “Ja, stom hè. Weggegooid geld hè. Had je niet moeten doen hè.” Is het jurkje weg, dan heb je daar ook geen last meer van. Daarom zegt Marie Kondo vrolijk: “Doei! Ga maar iemand anders blij maken!”
“Maar ik moet alles weggooien van dat mens! Ik hou van mijn spullen!”
Errr! Fout! Ga het boek nog maar eens lezen. Maakt een item je blij, dan moet je dat vooral houden. Ook al zijn het oorbellen die je nooit draagt, omdat ze voor geen meter zitten. Marie Kondo daagt je uit om dan een andere toepassing voor de oorbellen te vinden. Misschien kun je er een kledinghanger mee opfleuren, of je gordijnen?
Ik heb in genoeg columns gelezen van mopperende dames die deze hele opruimmethode maar zelfkastijding vinden. Die columns zijn meestal als volgt opgebouwd: 1) Dame zeurt over haar uitpuilende zolder met sapcentrifuges die ze never ever gebruikt, 2) Dame heeft ergens de klok horen luiden betreffende de KonMari-methode, interpreteert de boel verkeerd en maakt grappen over hoe ze haar sapcentrifuge moet gaan aaien, 3) Dame prijst zich gelukkig met haar klerezooi:
“Want hey, zo opgeruimd is ook maar ongezellig, toch?”
Wederom: Ga het boek nog maar eens lezen. Een opgeruimd huis is totaal niet ongezellig. Mensen komen al snel op de proppen met plaatjes van klinisch witte huizen met twee boeken en een cactus op de plank, maar zo ziet mijn huis er totaal niet uit. Mijn flessenverzameling sparks joy, net als mijn pixelhert van Ikea. Op de bank liggen allerlei Disney-knuffeltjes die joy sparken, het kleine roze bijzettafeltje maakt me elke keer weer happy als ik ernaar kijk, en de ruimtevaartposter boven de bank is geweldig.
Alles om me heen maakt me gelukkig, en bevestigt wie ik ben. Als ik thuis ben voel ik me sterk, weet ik wat ik wil, en wat ik níet wil. Ik word niet afgeleid door sapcentrifuges die naggen dat ik “toch echt eens wat gezonder zou moeten leven”, door boeken die ik “eigenlijk toch wel eens zou moeten lezen, maar geen tijd, geen tijd” of door aandenken aan mensen die ik eigenlijk helemaal niet zo leuk vind. Opruimen met KonMari is alleen vervelend als je jezelf niet onder ogen wil komen, maar goed, dan heb je een groter probleem.
“Leuk en alles, maar mijn bestek sparkt voor mij echt geen joy! Weggooien maar, huhuhu?”
Sure, als je liever met je handen eet, go for it! Hmm, dan sparkt je bestek plots tóch wel joy, hè? Natuurlijk, niet alles maakt je even gelukkig. Maar bestek stelt je wél in staat te genieten van die heerlijke risotto die je gekookt hebt, dus indirect ben je toch blij dat je ‘t hebt.
Zo zijn er nog meer items waar je in eerste instantie niet heel gelukkig van wordt; papieren bijvoorbeeld. Marie adviseert: “Gooi alles weg wat niet strikt noodzakelijk is.” Als ondernemer moet ik helaas nogal wat bewaren van de fiscus, maar alle privéfacturen, pakbonnen, gebruiksaanwijzingen… Hoevaak lees je zoiets nou? En mocht je écht niet meer weten hoe je printer werkt, denk je dan niet dat er ook zoiets op internet te vinden is? Hoppa, away ermee!
“Ha! Ik zag laatst een foto van je huis, en het was helemaal niet zo opgeruimd! En die Marie maar zeggen dat niemand terugvalt!”
Ja, ik dacht eerst ook: “Niemand valt terug, wat een bullshit!” Wie het boek leest komt erachter dat Marie Kondo een voorbehoud of twee heeft ingebouwd: 1) De methode niet áfmaken telt niet als een terugval, en 2) wat achterstallig opruimwerk telt niet als een terugval. “Jaaa, zo kan ik het ook!”, dacht ik. Maar nu, een jaar later, zie ik wel in wat ze bedoelt. Ja, er ligt geregeld troep in mijn huis, maar nee, het is nooit een terugval.
Ik zal het uitleggen. Vroeger, voor KonMari, vond ik opruimen lastig. Er verzamelden zich steeds meer items op mijn tafel, die ik wil wílde opruimen, maar ik wist niet waar. “Dit potje moet eigenlijk in de kast, maar in de kast is geen plek… Ik wil wel plek maken, maar dan moet ik eigenlijk die andere plank… Maar daarvoor moet ik eigenlijk éérst…” Zo trad er een soort domino-effect op, wat als gevolg had dat ik lamgeslagen op de bank ging zitten, en niks opruimde.
Na KonMari is dat heel anders. Alles heeft een plek. Omdat ik per categorie heb opgeruimd, en alle items van een categorie bij elkaar liggen, weet ik ook exact waar ik iets moet laten. Ik ben nog maar zelden iets kwijt. Had ik vroeger nog drie dozen (eentje beneden, eentje boven in het witte kastje en eentje boven in de vitrinekast) met fotospullen, nu liggen ze állemaal beneden in de stellingkast. Opruimen is hier in huis nu een kwestie van “alles terugleggen waar het hoort”. Dat is makkelijk, snel en stressloos.
“Dus die Marie…”
Oh, en dan nog wat: Het is Mari-e. Marie-eh. Dus niet Marie. In Japan spreken ze klinkers los uit, dus in dit geval eerst de i, dan de e. Ik wist dit ook niet, totdat ik met mijn Japanse handmodel-collega Mari afsprak. Ik dacht dat ze min of meer dezelfde naam had als de opruimgoeroe, maar zij beweerde nog nooit van een Marie Kondo gehoord te hebben. Na wat googlen kwam de aap uit de mouw: “Ooooh, Mari-e!”
Benieuwd naar de boeken van Marie? Je vindt deel 1 hier (en hier in het Engels) en deel 2 hier (en hier in het Engels) op bol.com!
ik moet dat boek toch maar eens gaan kopen. Ik ben dol op opruimen, sorteren en weggooien. En ben er inderdaad heilig van overtuigd dat spullen je blij moeten maken en geen schuldgevoel aanpraten. Opruimen geeft me altijd zo’n lekker licht en blij gevoel. Geeft ze ook nog tips wat je met de spullen die je wegdoet kunt doen? Want dat vind ik vaak nog wel eens lastig, om ‘goede’ spullen weg te doen.
Ze heeft een stukje over dat je spullen ook “blijer” worden als ze door iemand met liefde gebruikt worden, dan wanneer ze nutteloos in de kast liggen te liggen. Ofwel, vertaald naar nuchter Nederlands: het is fijn als je spullen naar iemand gaan die er echt wat mee kan. Je zou goede spullen kunnen verkopen, maar ik had zelf niet zo’n zin in een langlopend Marktplaats-traject, dus ik heb veel weggegeven. “Gratis op te halen”, en dat geeft echt een ontzettend goed gevoel, mensen blij maken.
Amen :)
Ik heb het boek van Marie Kondo met plezier gelezen en vond het nóg leuker om mijn minimalisme routines bij te schaven met haar theorie in mijn achterhoofd.
Heerlijk om omringd te zijn door spullen die me blij maken en dat alles zijn eigen plekje heeft.
Wanneer ik in het vervolg weer iemand tegenkom met KonMari vooroordelen, stuur ik ze mooi naar jouw stuk!
Haha thanks!
Wat een leuk stuk! Eigenlijk is dit een goede samenvatting van het boek en een bevestiging dat het dus echt werkt. Ik zit nu middenin de opruimfase ‘papierwerk’ en vind het (nu al) ontzettend bevrijdend werken.
Hoewel ik het groeten van alle spullen in mijn handtas ook een beetje ‘too much’ vind, snap ik wel het idee erachter. Het maakt me in het algemeen bewuster van de spullen die ik heb en dat er een heleboel is wat ik niet nodig heb en wat ook op geen enkele manier joy sparkt: bye bye!
Ja precies! Ik zeg ook echt niet elke avond “dankjewel” tegen mijn tas, maar ik ga er wél liefdevol mee om, smijt ‘m niet zomaar in een hoek en zo. Ik heb overigens ook echt heel veel minder gekocht de laatste tijd!
Tidying up met Mari-e Kondo op Netflix heb ik met plezier gekeken en denk er over dit boek te gaan kopen.
Ga nog meer opruimen straks op de zolder en zeg met liefde tegen boeken die ik weg wil doen: dank je wel.
Leuke blog!