Japan had een Kerstkadootje voor me: de grenzen gaan weer dicht. Tot eind januari, of beter gezegd, tot minstens eind januari, want ik zie ze het ook nog wel verlengen daarna. Residents mogen nog naar binnen, maar mensen die zich nieuw willen vestigen (zoals ik dus) hebben pech.
Natuurlijk was ik hier al bang voor, zeker met het nieuws over die Engelse mutatie en de algeheel dramatische Nederlandse coronacijfers. Toch ging ik deze weken te werk alsof mijn plan gewoon doorging. Dat moest ook wel: mocht er namelijk onverhoopt niets schokkends gebeuren, dan zou ik eind januari toch echt het vliegtuig moeten pakken naar Japan, en kon ik niet zomaar een halfvol huis of kantoor achterlaten. Zo zegde ik gisteren mijn huur op.
“Kun je het nog terugdraaien?!”, vroeg Veerle. Maar ik denk niet dat ik dat ga doen. Het plan was de hele tijd al om mijn spullen naar Riemer te verplaatsen, en in de periodes dat ik terug uit Japan zou zijn bij hem te logeren. Dat kunnen we nog steeds doen, al beginnen we nu meteen met dat logeren. Hoe lang? Misschien een een week. Misschien een maand. Misschien drie maanden. Houden we dat zo lang uit? Mja, moet wel.
En wie weet gaat het alsnog wel door. Als de ban op 31 januari wordt opgeheven, kan ik in theorie mijn geboekte vlucht nemen – die landt op 1 februari. Alleen… Hoe kom ik in de tussentijd aan mijn visum?
Het zit zo: Tokyo Metropolitan Government heeft me geaccepteerd in het startup-traject, en op basis daarvan wordt nu een CoE (Certificate of Eligibility) aangemaakt. Ik weet niet hoever dat proces al is, maar als dat ding maandag klaar is (en dat zou heel goed kunnen), dan wordt ‘ie naar Nederland gestuurd. Normaal gesproken zou ik daarmee naar de Japanse ambassade moeten, om te bewijzen dat ik recht heb op een visum. Dat visum is in feite het toegangsbewijs tot Japan. Alleen… Ik weet niet of de ambassade nu visa uitgeeft. In het voorjaar werden alle reeds uitgegeven visa namelijk, hoppa, ongeldig verklaard. De CoE bleef trouwens wel geldig, sterker nog, de geldigheid daarvan werd in veel gevallen verlengd.
Kortom, ik weet weer niks. Ja, één ding weet ik: dat er op twitter op dit moment een hoop boze pieren zitten, die vliegtuigen sowieso des duivels vinden, elke vliegende persoon gelijkstellen aan een vakantieganger en maar met al te veel plezier roepen: “Tja, had je kunnen weten!” Figuren die zich een beter mens vinden door elke klagende tweep te herinneren aan het feit dat er mensen doodgaan, en dat er dus ergere dingen zijn dan dit. Daar hebben ze natuurlijk helemaal gelijk in.
Maar.
Het blijft hoe dan ook moeilijk. En misschien heb ik me wel met volle overgave op dit plan gestort, omdat ik enigszins hoop wil houden. Omdat dit mij erdoorheen sleept. Omdat ik anders in een heel diep donker zwart gat val en ik daar eigenlijk helemaal niet aan wil denken.
Nou ja. Het zal ook allemaal wel goed komen. Over een maand, over drie maanden of over een jaar. Het zal wel moeten.