Van begin tot eind

Het is iets voor vijven als ik gisteren door Utrecht Centraal loop. Bijna was ik helemaal niet gegaan. Ik zou mijn haar laten bijpunten door een kapster in opleiding, maar ik voelde me moe en gaar. “Zal ik afzeggen?”, mompelde ik tegen Riemer. “Nee, dat kan ik niet maken.” De kapster zou een techniek op mij demonstreren en daarmee dat onderdeel aftekenen. Toen op Zaandam de trein niet zou gaan rijden, wilde ik eventjes alsnog rechtsomkeert maken. Maar de trein ging toch, dus ik stapte in en liet me hersenloos naar Utrecht brengen.

Het is druk in de centrale hal. Avondspits, natuurlijk. Doordat mijn trein vertraging had, zou ik een kwartier moeten wachten. Ik liep langzaam door de hal, twijfelend of ik nog iets te eten zou kopen, toen ik links werd ingehaald door iemand die me in een flits wel erg bekend voorkwam. “Hey, is dat niet..?” Ik zette een tandje bij en bestudeerde de voorbijganger van de achterkant. “Wacht eens! Die schoenen! Ja, die ken ik, die hebben we samen gekocht!”

Ik maakte een klein sprintje en tikte Maarten op z’n schouder. “Wow, dat is echt toevallig!”, zegt hij. Zeker. Maarten gaat nooit met de trein. En nu zat ‘ie waarschijnlijk al vanaf Sloterdijk in hetzelfde treinstel. “Wow, jij bent veranderd!”, zeg ik. Hij is inderdaad veranderd. Een heel stuk afgevallen, en met baardje. In een sterren-achtig leren jasje staat ‘ie voor me. Ik kijk een paar keer verbaasd op en neer. Alleen de schoenen zijn nog hetzelfde.

Maarten zou inderdaad gaan afvallen per 1 januari 2015. Daarvoor had ik met Kerst nog een uitgebreid motivatiepakket samengesteld, gevuld met gezonde repen, een hardloopshirt, de Men’s Health en, omdat ik ‘m altijd de les aan het lezen was over eetlijsten en eetdagboekjes, een klein notitieboekje. “Voor je eetdagboek!” Maarten doet zijn tas open en zegt: “Kijk!” Het eetdagboekje, helemaal volgeschreven. Ik weet niet zo goed wat ik moet voelen. Trots en teleurgesteld tegelijk slik ik mijn tranen weg.

We praten nog even verder en dan moet ik naar mijn trein. Samen lopen we naar beneden, want hij moet op spoor 1 zijn, ik op spoor 4. Later realiseer ik me dat we op ongeveer dezelfde plek afscheid namen na onze eerste date. Toen kreeg ik in de trein naar huis een sms-je. “Toeps, ik vind je leuk!” Nu stap ik, licht aangeslagen maar tegelijkertijd vrolijk en joviaal doei zeggend de trein in. Het was een prima gesprek. Het was eigenlijk best een gezellig gesprek. Maar vervolgens draait mijn maag zich tot een knoop en hebben mijn hersentjes er tot nu over gedaan om de realiteit te bevatten. Het leven gaat door. Deze Maarten is mijn Maarten niet meer. Ik weet niet precies waarom, maar het doet me een heleboel.