Er gebeuren twee grote dingen deze week. Zo komt morgen de fysieke versie van de Engelse vertaling van mijn nieuwe boek uit. De digitale versie verscheen vorige week al, maar vanwege Amazon’s irritante procedures moest de papieren editie nog een weekje wachten. Ik heb ook nog geen auteursexemplaar of proef binnen, want die sturen ze niet naar Japan. In plaats daarvan heb ik Riemer laten kijken, en laten filmen, en heb ik op basis daarvan de laatste aanpassingen gemaakt. Voor de feestelijke foto’s van morgen printte ik net een velletje kleur bij de convenience store. 50 yen en wat hogere origamikunde, en het is net echt. (Maar dat zien jullie morgen, of eh, binnenkort, of zo.)
Overmorgen is wederom een feestelijke dag, want dan ben ik twee jaar in Japan. Even twijfelde ik: “Twee jaar? Verreken ik me nu niet? Het is toch zeker al wel drie…?” Maar nee, het klopt. Overmorgen ben ik echt pas twee jaar in Japan. Deze autist ging naar Japan eindigt op de dag dat ik er een jaar was. De dag dat alles ineens weer een kader had, een “vorig jaar om deze tijd” om naar terug te blikken. Dus laat ik dat nu ook eens doen.
Soort-van-jaaroverzicht
Het afgelopen jaar stond natuurlijk voor een heel groot deel in het teken van dat nieuwe boek. Schrijven aan de voet van Mt. Fuji, urenlange Zoom-sessies met Aafke en Myrthe over correcties – oh, zo veel correcties. De lancering in Nederland in september, het eeuwige “hoe kan zij nou autistisch zijn?!” in mijn mailbox en diverse comment secties. Vervolgens de Engelse vertaling, de Engelse correcties… Je denkt misschien: “Hoezo, was de Nederlandse versie niet al helemaal gecheckt dan?”, maar bij een vertaling gaat het vaak meer om de toon, over of ik iets niet iets milder of feller bedoelde, of over grapjes die eigenlijk niet te vertalen zijn – en wat we daar dan voor in de plaats moeten verzinnen.
Omdat ik de Engelse zelf uitgeef, kwam er daarna voor mij ook nog een proces van vormgeving. Zowel door mezelf, als door ANO Studio voor de kaarten (die op de Nederlandse versie in kleur in de binnenflappen staan, maar in de flaploze Engelse versie in zwart-wit op gewone bladzijden) en door Studio LEO voor het binnenwerk. Daarna moest die hele toestand nog geüpload worden naar drie verschillende verkoopplatforms, waarvan Amazon de grootste is. Fun fact: Al die platforms drukken op ander papier, waardoor elke cover een andere rugdikte behoeft, en deze drie versies nooit precies dezelfde coverkleur zullen krijgen. Zei ik fun fact? Ik bedoelde fuck that.
Maar een boek uitgeven was niet het enige dat ik deed dit jaar – ik moest namelijk ook nog een business runnen en geld verdienen, anders gooit de Japanse overheid me het land uit. Ik bouwde websites en deed zelfs weer wat meer fotografie. Ik gaf lezingen, waaronder eentje bij Disney. Een twintigjarige Toeps had het allemaal niet geloofd, als ik met een tijdmachine terug was gekomen om het te vertellen.
Vriendjes
Charlotte kwam langs zoals gepland, net als Maan. François heeft zijn echte naam terug, en we zijn inmiddels wat serieuzer aan het daten. (Er zijn plannen voor een bureau van mij in zijn huis.) Af en toe zie ik Kei of Mariko, en Elyse nodigt me regelmatig bij haar thuis in Nerima uit voor een K3-marathon. (We hebben K3 zoekt K3 uit 2015 al helemaal teruggekeken, en zijn nu net begonnen aan het seizoen met Julia van twee jaar geleden.) Riemer kwam in het najaar en samen bezochten we Busan en Tsushima, om naar de overkant te zwaaien.
Ik was vrij veel in Nederland (en Frankrijk) ook, het afgelopen jaar. Zo liet ik in juni mijn eileiders verwijderen, en bezocht ik in diezelfde maand samen met Riemer de bruiloft van mijn broertje in Zuid-Frankrijk. In september kwam ik terug voor mijn boeklancering, en op Tweede Kerstdag landde ik op Schiphol om bijna een maand in Nederland te blijven. Of nou ja… Twee weken later vloog ik alweer naar Marseille, om daar François te ontmoeten. En z’n ouders. Daarna reisden we door naar Lyon en Disneyland Parijs.
Voordat de kinders op Goodreads weer negatieve reviews gaan plaatsen omdat ik “geen last van vliegschaamte lijk te hebben” (wat klopt – zoals in de vorige alinea kunt lezen wil ik geen kinderen, en dat vind ik wel genoeg CO2-compensatie voor de rest van mijn leven): terug reisde ik met de trein. Dat leverde me zo’n drie uur vertraging op, waarna Riemer mijn ass is komen redden vanaf Brussel Zuid. Was wel gezellig, trouwens.
Dus hoe gaat het nu, twee jaar later? Eerlijk: ik voel me nog steeds af en toe eenzaam. Mijn hoofd raakt regelmatig te vol, van te veel werk, en te veel stress. Ik mis mijn vrienden om mee te sparren, want de beste ideeën komen toch vaak tijdens etentjes of andere off-tijd. Riemer bel ik nog steeds maar eens per week, in het weekend, vanwege werktijden en tijdsverschil. François is een lieverd, maar mist soms nog echt context, ervaring – of gewoon de helft van wat ik zei, vanwege de taalbarrière.
In Deze autist ging naar Japan schreef ik al dat ik mijn (solo-)avonturen nodig heb, dus die koester ik. Naast mijn vakantie met Riemer ben ik op een aantal korte Starbucks-medaille-tripjes geweest, heb ik in de zomer met een Tohoku rail pass het noorden van Japan bezocht, heb ik samen met François een ritje met de nachttrein gemaakt en zijn we naar concerten van Taylor Swift en Queen geweest. Hoewel ik het afgelopen jaar dus zeker niet stil heb gezeten, hoop ik dat ik het komende jaar vaker op pad kan.
Het boek is af, er staat geen andere vertaling op de planning, dus in theorie zou ik meer tijd over moeten houden. Natuurlijk moet het boek ook gepromoot worden, maar daarvoor zijn mijn avonturen in Japan juist ideaal!
Want oh ja, er was nog een grote 2. Ik haalde 20K volgers op Instagram! (Of 2万, zoals ze het in Japan zouden zeggen.) Boek twee, jaar twee, 20K… Ik denk dat ik binnenkort een paar van die grote, glimmende heliumballonnen moet gaan kopen. Toeps, content creator.