Toeps, kattenvrouwtje

Er zijn van die dingen die ik, als je ze me een paar jaar geleden had verteld, nooit had geloofd. Dat ik naar Japan zou verhuizen, bijvoorbeeld. Maar zelfs dat zou ik minder onwaarschijnlijk hebben gevonden dan het volgende scenario: Dat ik met een Fransman in huis zou wonen, en zorg zou moeten dragen voor twee katten.

Nou goed, als de Fransman in kwestie thuis is, dan doet hij dat natuurlijk vooral. Het zijn immers zíjn katten, ooit uit het asiel geadopteerd als kittens, samen met z’n ex. Goed, de ex ging weg, ik trok in, en omdat ik eerder opsta dan François, voerde ik het tweetal sowieso elke ochtend. Daarnaast verschoonde ik dan meestal de kattenbak, want je gaat niet voor je plezier in de stank zitten.

Maar nu is François drie weken naar zijn familie in Frankrijk, en ben ik full-time kattenverzorger. Ik deed dit al eerder, vorig jaar zomer. Maar dat was korter, en om de een of andere reden ben ik totaal vergeten hoe dat toen ging – waardoor mijn mentale voorbereiding op deze drie weken ook vrijwel non-existent was. Been there, done that, zo dacht ik. Maar dat viel tegen.

Begrijp me niet verkeerd, het tweetal (broer en zus, Madame en Boulon, ofwel Kairi en Sora, maar zo noemen we ze nooit) is fantastisch. Ze zijn poeslief, ze maken vrijwel nooit opzettelijk iets stuk, en ze willen graag geaaid worden – althans, in eerste instantie alleen Boulon, Madame vond me lang eng.

Het dynamische duo
Ik weet niet of Boulon dit nou zo gezellig vond...

Omschakelingen

François en z’n ex hebben brave katjes opgevoed, maar ook een beetje twee verwende nestjes. Zo eet het duo zes keer per dag. (Ja, dat lees je goed: zes keer!) We beginnen met 10 gram brokjes bij het opstaan, dan 10 gram rond lunchtijd, dan nog 10 rond vieren (“goûter!”, zou de Fransman zeggen) en 10 rond zessen. Vervolgens krijgen ze, wanneer François tegen negenen klaar is met werken, een half zakje natvoer. En dan rond bedtijd nog een half zakje.

De vorige keer dat ik op deze twee fluffy baby’s paste, dacht ik: “Ja, doei en de groeten, ze krijgen gewoon een heel zakje natvoer per keer, dan hoef ik ook niet te wegen en te scheppen in die stinkende derrie!” Dat probeerde ik deze keer weer, maar dat leverde meteen problemen op. Er zijn eigenlijk altijd twee scenario’s, die beiden niet wenselijk zijn:

  1. Madame, die langzamer eet, wordt door haar broer verdreven, waarna hij ongeveer anderhalve portie gegeten heeft, en zij met honger achterblijft, of
  2. Madame eet sneller dan goed voor haar is om haar eten niet te laten stelen, en kotst vervolgens alles weer uit – waarna Boulon denkt: “Oh well, food is food!”, en de kots opeet…

Kortom, het voedingsschema heeft een reden. Natuurlijk wijken we er wel eens vanaf, als we de hele dag weg moeten of zo. Dan geven we eerst hun normale ochtendportie, om vervolgens versneld de andere porties te geven. Maar dat moet je wel een beetje uitdenken, want heb je alle brokjes al gegeven en kom je onverhoopt eerder thuis? Dan hebben die twee daar plots geen actieve herinnering aan, en miauwen ze de oren van je hoofd om meer voer.

De eerste anderhalve week viel de zorg voor de katten me erg zwaar. Door mijn autisme heb ik moeite met omschakelen. Ik werk het liefst non-stop in hyperfocus. Ook weet ik in de ochtend vaak nog niet hoeveel energie ik heb voor de rest van de dag, dus ook niet of ik ergens naartoe ga, en voor hoe lang. Ik woonde bewust in een mini-appartementje, waar alles binnen handbereik is. Maar nu had alles ineens onderbrekingen en extra stappen, die ook nog eens extra sensory input met zich meebrachten. (Denk aan natte handen vanwege het afwassen/handen wassen, en sterk ruikend kattenvoer…)

Opstaan met katten is niet meer simpelweg opstaan; het begint met wakkergemiauwd worden (slapen met de deur dicht gaat niet, dan krabben/miauwen ze gewoon aan de deur), dan de voerbakjes van de vorige dag afwassen (en omdat je toch bezig bent, wat er nog op het aanrecht staat ook maar gelijk), afdrogen, dan twee keer tien gram voer afwegen (als de zak voer op is, ook nog een nieuwe openknippen en zo, afval scheiden, weggooien in de bijkeuken, katten weer uit de bijkeuken verjagen…), dan de twee schaaltjes water vervangen, de kattenbak checken en verschonen, de watertank van de humidifier vullen…

Voordat ik mijn tosti gemaakt heb, zijn we tien stappen verder. Ik werk graag ‘s morgens in de Starbucks, maar voordat ik de deur uitga moet ik nu nadenken: Wil ik daarna nog ergens naartoe? Hoeveel extra brokjes moet ik ze geven? Eerder deze week verwachtte ik snel terug te zijn, maar raakte ik opgeslokt in mijn werk. Het werd een uur, half twee… En toen móest ik echt terug. Terwijl ik thuis aan het werk was, miauwde Boulon de oren van mijn hoofd; hij wilde aandacht. Dat ging natuurlijk niet, maar om niet gillend gek te worden van de zieligste miauw allen tijde, schoof ik mijn ladenblokje dichter bij mijn bureau, zodat ik hem met één hand kon aaien terwijl ik zat te coden.

Idåsen van Ikea, een ideaal kattenmeubel

Het voelt deze weken een beetje alsof katten voeren, drollen scheppen en werken mijn enige dagelijkse activiteiten zijn. En hoewel ik in mijn hoofd een lijstje had gemaakt van alle dingen die ik in huis wilde doen voordat François terug is, kom ik nergens aan toe.

Toen ik dit laatst op mijn Instagram stories postte, kreeg ik veel goedbedoeld advies. Automatische feeders, voerbakken met chips en weet ik wat allemaal. Lief bedoeld, maar die automatische voerbakken overleven het niet met deze slimme katten, en ze weerhouden Boulon er ook niet van alles op te eten. En die chips? Tja, weet je, het zijn niet mijn katten, dus ik kan zoiets ingrijpends niet op eigen houtje veranderen. Wat ik wel deed, is twee voerbakken met van die ribbeltjes kopen. Nu eten ze in ieder geval minder snel.

Betoveringen

“Als je echt weg wil, dan moet je gewoon Esther vragen hoor!”, verzekerde François me. Esther is een mede-Dutchie, die af en toe op onze katten past. Maar in plaats van weg te gaan en de zorg voor de katjes aan Esther over te laten, kwam Esther op de thee, en speelden we samen met de katten.

Want het verschil tussen deze keer en afgelopen zomer, is dat de katten me betoverd hebben. Ik weet nog dat ik altijd tegen François zei dat die katten zich heus wel zouden redden, als wij een nachtje wegbleven. Nu hoor ik mezelf praten zoals hij: “Maar… Die arme kitties!”

Madame, die altijd een beetje bang voor me was, en verstijfde of snel wegliep als ik haar probeerde te aaien, kwam op een avond naar me toe. Ik zat onderuitgezakt op de bank tv te kijken, toen ze een klein miauwtje miauwde. “Maar je hebt net gegeten?”, zei ik. Ze sprong op de bank, en zette voorzichtig een pootje op mijn borst. Toen nog een. Ze snuffelde even aan mijn gezicht, en toen stapte ze heel voorzichtig op me, en ging liggen. Dit doet ze normaal alleen bij François.

Boulon ligt graag naast me op de bank, vooral als ik deze deken gebruik
Madame daarentegen wil graag bovenop me liggen

We kunnen natuurlijk cynisch doen en zeggen dat ze enkel probeerde te slijmen bij de brokjes-provider. Maar inmiddels wil ze vrijwel elke avond knuffelen. Ze maakt dan van die schattige geluidjes en kijkt me recht in de ogen. Elke nacht slaapt ze op mijn bed. (Het liefst in mijn knieholte of tussen mijn benen of in ieder geval op een plek die het voor mij onmogelijk maakt te bewegen, lol.) Kortom: Ik ben ingelijfd. Vanaf nu ben ik een kattenmens.

Wil je meer kattenfoto’s (en filmpjes!) zien? Ik heb een Instagram highlight aangemaakt, die bekijk je hier! François heeft ook een speciaal Instagram-account voor ze (ooit gestart door z’n ex), hier.

Abonneer je op mijn blog en mis nooit meer een post!

Als je je abonneert, krijg je automatisch een mailtje als ik een nieuwe blog heb gepost. Hendig! (PS: Check eventueel je spambox om je abonnement te bevestigen.)