Vorige maand fotografeerde ik Cynthia. Onder de oude garde misschien wel bekend als Miss Lipgloss, maar tegenwoordig bloggend onder de naam Cynthia.nl, want we zijn allemaal geen 15 meer, en dat goedje waar vooral je haar in bleef hangen mag lekker in de 00’s blijven. Cynthia dus. Een verrassende ontwikkeling voor sommigen, want eh, jullie vonden elkaar toch helemaal niet aardig?
Blogs en forums
Cynthia en ik hadden het erover, op een bankje voor de Starbucks in Shinjuku Gyoen National Park. Het was allemaal zo lang geleden, dat we niet eens meer wisten wat er precies aan de hand was. Cynthia herinnerde zich iets over de Viva 400-wedstrijd, waar zij al wist dat ze zou winnen, maar daar niks over mocht zeggen. Ik was ook genomineerd voor die wedstrijd, en ik had al niet echt de hoop dat ik met de prijs naar huis zou gaan, maar toen we bij het weggaan een Viva magazine in onze handen kregen met daarin een fotoshoot met alle winnaars, was het wel heel duidelijk. Ik spuide mijn frustratie op mijn blog. Cynthia vertelde me op dat bankje in het park dat zij de situatie ook heel vervelend had gevonden, want Viva had haar hier in een onmogelijke positie gebracht. Maar tegen zo’n magazine ingaan durfde ze destijds niet, en dat begrijp ik ook.
Wat ook niet meehielp was mijn eigen jaloezie. We zijn allebei heel vroeg begonnen met bloggen, en destijds was dat echt een klein wereldje. Mijn ex M. had ook een blog, en “kende” Cynthia dus van online. Maar waar ex M. zijn blog tot een succesvol boek had omgetoverd, en Cynthia full-time influencer was, had ik mijn blog naar achter een slotje verplaatst wegens online en offline pesterijen. Het voelde een beetje alsof ik de boot had gemist, en wat is er dan fijner dan bitchen op anderen? “Hmpf, dit kan toch iedereen? Wat slecht dit! Wat stom!” Ex M. (destijds partner M.) was het niet met me eens. Hij zei dat hij Cynthia een leuke meid vond en dat het knap was wat ze deed. Ik kleurde zo ongeveer groen.
Wat Cynthia en ik op dat bankje in het park al lang vergeten waren, was “credits-gate” – of ik weet niet meer precies hoe het genoemd werd, maar zoiets moet het geweest zijn. (Credits to Anne die me eraan herinnerde.) Dit was een voorval waarbij ik als fotograaf beeld had gemaakt voor een visagiste, die daarna werd geïnterviewd voor Cynthia’s blog. De foto’s werden geplaatst zonder naamsvermelding. Ik was not amused, want dit gebeurt me als professioneel fotograaf net iets te vaak. Ik verzocht Cynthia het te fixen, maar zij was net op vakantie, dus dat moest even wachten. Mijn frustratie groeide, want wie leest dat artikel over twee weken nu nog? Ik uitte mijn frustratie op een forum, waar deze “gate” koren op de molen was van de al kritische groep meiden die hierin bevestigd zagen hoe verschrikkelijk lui en niet van deze wereld deze omhooggevallen bloggers waren, met hun reisjes en designersjaals en “stukjes die iedereen kan typen”. Een pinnige mailwisseling volgde, waarin Cynthia me sarcastisch zei dat ik de mails ook maar op het forum moest posten. Autsj.
Auteursfoto's
Jaren later groeide ook míjn blog uit tot een succesvol boek, was ik tevreden met mijn carrière en wist ik iets meer van het leven van een online persoonlijkheid, en de ellende die daarbij achter de schermen soms komt kijken. Ik was een stuk milder geworden – misschien gewoon ouder ook. En toen op een dag vroeg Blossom Books me of ik foto’s wilde maken van het team en een aantal auteurs. Een van die auteurs was Cynthia. “Oh shit,” zei ik, “volgens mij vindt zij me niet zo aardig…”
Maar Cynthia was professioneel, ik was professioneel, en op die korte ontmoeting op dat stomme Viva-event na was dit de eerste keer dat we elkaar echt zagen. En weet je? Ex M. had misschien wel gelijk. Cynthia is gewoon een leuke meid, en het is knap wat ze allemaal doet.
Shoots in Japan
Ook blijken we vrij veel overlap te hebben in hoe we met prikkels omgaan. Ik las haar pre-Japanblog en snapte helemaal haar manier van plannen. Ik gaf nog wat tips en stelde voor om in Japan af te spreken. Omdat ik mijn fotografie miste, stelde ik voor om, als ze dat leuk zou vinden, ook wat foto’s te maken.
Dus op een zondagochtend wandelden we door de normaal zo drukke straten van Shinjuku (gelukkig is Cynthia een ochtendmens, haha, echt een aanrader als je op zulke hotspots foto’s wil), naar het park, en daarna pakten we de metro naar nog wat andere locaties. Tussendoor stopten we bij Starbucks (en niet zomaar een Starbucks, want het paviljoen in Shinjuku Gyoen is een kunstwerkje!), en wandelden we door de stad als ware het een guided tour. Cynthia deelde haar eerste indrukken en ik kon uitleggen en invullen. Ik vond het zo leuk!
Een paar weken later, vlak voordat ze wegging, deden we nog een drankje op Haneda Airport. We spraken over haar verdere avonturen in Japan, hoe ze het zo geweldig vond dat ze een mini magazine van haar reis gaat maken met onder andere mijn foto’s erin – met naamsvermelding, hoera! Ik vertelde haar dat ik zulke shoots misschien vaker wil gaan aanbieden, dus we brainstormden nog even low-key over hoe ik dat zou moeten aanpakken. (Inmiddels heb ik een pagina aangemaakt met informatie over shoots in Japan, die bekijk je hier.)
Lost and found
Cynthia vloog naar huis, en een week later postte ze op Instagram iets over haar nieuwe sjaal. De crèmekleurige sjaal was van het merk Acne Studios, en daar had ze al eerder een grijs exemplaar van, maar die had ze in Japan in de trein laten liggen. De grijze sjaal had ze al tien jaar – ik herinner me zelfs nog dat erover gesproken werd op het forum, want het ding was belachelijk duur en bla bla bla. Goed, het ding ging al wel tien jaar mee, maar daar was dus abrupt een einde aan gekomen toen de sjaal in een shinkansen van Osaka naar Tokio was blijven liggen.
“Oh maar,” zei ik, “die is vast ingeleverd joh! Moet ik voor je informeren?” Ik wist van verhalen dat je in Japan zelfs je verloren iPhone 15 of goedgevulde portemonnee razendsnel terughebt. Maar ik had het nog nooit zelf ervaren. Dus ik wierp me op als redder in nood, met maar één missie: de sjaal, die iconische grijze Acne-sjaal naar Cynthia terugkrijgen.
Ik vulde online een formulier in bij de Japanse spoorwegen (treinnummer, tijd, item, kleur…), en die mailden me enkele uren later al terug: “We hebben een item gevonden dat aan de omschrijving voldoet!” De sjaal lag aanvankelijk op Tokio Station, maar omdat ‘ie al een week niet was opgehaald, was ‘ie overgedragen aan het gevonden voorwerpen-bureau van de Japanse politie. Ik sprong in de trein, op naar het politiekantoortje. Daar toonde ik de mail van JR en een machtiging van Cynthia, hierna vulde ik nog een papieren formulier in (Japan en papierwerk…) en toen, enkele minuten later… DE SJAAL. Ik zal ‘m over drie weken mee naar Nederland nemen, en dan is ‘ie dus weer thuis.