Japan dan

Ik ben graag goed voorbereid. En goed op de hoogte. Maandenlang heb ik de Facebook-groep “Seeking entry in Japan” op de voet gevolgd, want ik kan je vertellen, soms hep de beste info daadwerkelijk op Facebook gestaan. Toen half februari de Nikkei-krant kopte dat er gedacht werd over een grens-opening, begon ik rond te mailen. De Japanse ambassade in Korea wist nog niks, net als het reisbureau waar ze me naar doorverwezen voor mijn visum-aanvraag. (Klinkt gek, maar wegens corona ontvangt de ambassade in Korea geen bezoekers. In plaats daarvan moeten al die mensen bij een reisagent langs, en díe gaat dan… Ja nee, ik snap de logica ook niet helemaal.) Nou goed, ze wisten misschien nu dan nog niks, ze wisten in ieder geval dat ik bestond.

Eind februari werd bekend dat de grenzen inderdaad per 1 maart zouden openen. Of nou ja, niet zo zeer de grenzen… Het aanmeldproces. Weten jullie nog, vorige keer, dat ik bijna zou gaan? En dat die aanmeldprocedure toen anderhalve maand zou gaan duren? En dat Japan toen alweer gesloten was? Nou goed, ze zouden het deze keer makkelijker en korter maken. Zal allemaal best, maar ik had no chill. Zero. Er was namelijk ook nog zoiets als een limiet van 5.000 entries per dag, al is nooit helemaal duidelijk gemaakt waar en door wie dat geteld werd. Ik vermoed dat ze de landingstoestemming van luchtvaartmaatschappijen beperken, dus mevrouw No Chill kocht meteen tickets. Twee. Twee te annuleren tickets ICN – NRT, op 6 en 9 maart.

Entrants, Returnees Follow-up System (ofwel ERFS)

Via Facebook vernam ik dat het aanmeldplatform niet op het aangekondigde tijdstip van 25 februari, 10:00 geopend was, maar luttele uren eerder. Ik mailde Naomi, mijn contactpersoon en verantwoordelijke voor de aanvraag: “The site is live already! So you can try earlier than 10:00. Good luck!” Ze mailde me terug dat ze wachtte op de login-gegevens. Op Facebook las ik dat de logingegevens van de vorige keer nog geldig waren, en ook vriendin Kei, die bij een modellenbureau werkt, appte me na mijn “het is open!” dat ze al meerdere modellen hadden ingeschoten in het systeem. “Uhm, volgens mijn vriendin kan je dezelfde logingegevens gebruiken…?”, stalkte ik voorzichtig. Ik denk dat er een kleine “oeps, shit, lalala!” plaatsvond aan de andere kant, want het volgende mailtje zei dat ik al was aangemeld. Ik zat me ondertussen op te vreten. Hier ging kostbare tijd verloren! (Uiteindelijk maakte het niks uit, maar dat wist ik toen nog niet.)

Op de vijfentwintigste bezocht ik ook Soho Travel, mijn reisbureau naar keuze. Manager Jongho sprak vloeiend Engels, een verademing. Ik leverde vast mijn paspoort en CoE in (beste idee OOIT om dat ding mee te nemen naar Korea, ook al zeiden ze in eerste instantie dat ik als toerist in Korea geen Japans visum zou kunnen krijgen – bleek dus gewoon wél te kunnen, leve de OECD), zodat Jongho wanneer de ambassade zou openen direct op de stoep kon staan. Maar goed, eerst nog het ERFS-certificaat, dat uit het aanmeldsysteem zou moeten rollen. Normale doorlooptijd: twee uurtjes. Gezien de stormloop die dag iets langer.

En terwijl op op Facebook las hoe het ene na de andere groepslid z’n certificaat had, was het inmiddels al vrijdagavond, en begon de moed me in de schoenen te zinken. En toen ineens: *ploink* “Your ERFS certificate was issued!”

Een aanzienlijke tijd

Ik mailde het certificaat direct door naar Jongho, die er op maandag mee naar de ambassade zou gaan. Het was 28 februari, maar ze zouden de papieren vast aannemen, zodat ze 2 maart (want 1 maart is een feestdag in Korea, aarrrghh, timing!) direct aan de slag konden. Dus Jongho diende de aanvraag in, en zei me dat het ongeveer 5 dagen ging duren. Ik keek naar m’n vlucht op zondag 6 maart en dacht: dat gaan we redden. Of nou ja. Dat gaan we proberen.

Nu zul je misschien zeggen dat ik het mezelf nodeloos moeilijk maak met deze krappe planning, maar je moet weten dat er in november, toen ik nog op mijn certificaat zat te wachten, een Duits meisje uit de Facebook-groep vanuit Korea naar Japan is gevlogen. Eén van de weinigen die het gelukt was, op de omicron-valreep. Hoe? Bloedspoed. Ik had No Chill, ging absoluut No Chill hebben, en hoeveel hoofdpijn en stress ik ervan zou hebben kon me niet schelen. Dit. Ging. Niet. Mislopen.

Maar het was inmiddels één dag voor mijn geplande PCR-test, en de ambassade had nog steeds mijn visum niet af. Ik besloot ze maar eens te stalken, eh, mailen. “Hallo, ik heb mijn vlucht zondag, mijn PCR vrijdag, dus ik zou graag willen weten of we dit gaan halen, k?” Maar dan beleefd, natuurlijk.

Ik had No Chill maar de ambassade had Zero Fucks. “Ja sorry, het is druk, het kan een aanzienlijke tijd gaan duren. Als je een urgente reden hebt om naar Japan te gaan, kun je dat dan even mailen? In het Japans graag.” Ik was totaal in paniek. EEN AANZIENLIJKE TIJD?! Wat is een aanzienlijke tijd? Twee weken? Een maand? Drie maanden?! Ondertussen hoorde ik van een vriendin in Nederland dat haar visum binnen 24 uur klaar was. Mijn hoofd kon niet stoppen met bonken: “Je hebt een fout gemaakt, Toeps. Een grote, domme fout. Je had terug naar Nederland moeten komen.” Ik regelde nog snel een Japanse vertaling van De Vijf Redenen Dat Toeps Echt Echt Naar Japan Moet, stuurde die in, maar hoorde daar vervolgens een hele dag niks op. Ik probeerde te bellen, maar het Engelstalige menu loopte steeds terug naar het hoofdmenu, en het Japanse menu hing gewoon op. Als laatste wanhoopspoging mailde ik Jongho. “Weet jij misschien hoe ver ze zijn?”

Oepsie, vergeten!

We waren inmiddels weer op vrijdagavond aanbeland. De PCR-test die ik had ingepland voor vrijdagmiddag had ik (ijdele hoop, zo dacht ik, maar hoop zullen we houden!) doorgeschoven naar zaterdag. Ik staarde naar mijn scherm en vroeg me af of ik vast mijn ticket moest omboeken. “Nee,” sprak mijn hoopvolle stemmetje, “dat doe je morgen. Als het weekend is.” En that bitch was right, want die avond kwam er een mailtje van Jongho: “Je visum is klaar! Ik ga ‘m morgen ophalen bij de ambassade!”

Zaterdagochtend bezocht ik Jongho’s kantoor. Hij gaf me mijn paspoort terug, met daarin het visum. “Kijk,” zei hij. “De datum op je visum is 2 maart. Dat betekent dat ze ‘m al die tijd al klaar hadden, maar dat niet aan ons hebben doorgegeven.”

Ik…

Ik pakte de trein naar het vliegveld, waar ik veel te vroeg was voor mijn geplande PCR. Ik overtuigde het meisje me vast te testen, zodat ik de uitslag die dag nog had, en niet pas de ochtend van mijn vlucht. De uitslag was negatief en de volgende ochtend stond mijn wekker om 5:00. Op naar het vliegveld. Op naar Japan.

Ik ben inmiddels al bijna een week in Japan, en er is zoveel meer te vertellen, maar toen ik begon met schrijven kwam dit verhaal er eerst uit. Later meer over de rest: de reis, mijn huisje, en 1-2-3, bureaucratie!