Een tijdje geleden begon ik aan misschien wel het moeilijkste dat ik ooit gedaan heb: het aanvragen van een business manager visum voor Japan. Ik schreef een business plan, maakte prognoses, vulde een boel formulieren in en zocht naar papieren die ik al in geen jaren meer had gezien. Mijn CMD-propedeuse uit 2006, bijvoorbeeld. Ik stuurde alles op naar mijn tussenpersoon, die kwam weer bij me terug met vragen van de Japanse (of beter gezegd Tokiose) overheid en toen kreeg ik twee weken geleden de verlossende mail: “uw aanvraag is goedgekeurd”.
Yes! En, ieks!
Trouwens, even voor de volledigheid: mijn aanvraag is door de Tokiose overheid goedgekeurd, en ligt nu bij de Japanse immigratiedienst. Mijn tussenpersoon vertelde me dat de immigratiedienst het advies van Tokio eigenlijk standaard opvolgt, en de vragen vanuit de immigratiedienst waren dan ook voornamelijk de standaard “bent u ooit opgepakt?” en “bent u ooit het land uit geknikkerd?”. Nee en nee, dus ik voorzie daar geen problemen. Zodra de immigratiedienst mijn aanvraag heeft verwerkt, we verwachten eind december/begin januari, sturen ze me een brief waarmee ik naar de Japanse ambassade hier in Den Haag moet. Vanaf dat moment duurt het nog ongeveer vijf werkdagen tot ik mijn visum heb, en dan kan ik GAAN!
Of nou ja. Als alles meezit. Ik boekte al een ticket (31/1) en een coronatest voor twee dagen daarvoor, want iedereen die nu in Japan aankomt moet een negatieve test overleggen die nog geen 72 uur oud is. Met een verwerkingstijd van 24/32 uur en een behoorlijke vliegtijd, is dat nog een race tegen de klok. Als alles meezit. En Schiphol blijft open en KLM blijft vliegen en al dat soort coronagrappen.
“Maar wait what Toeps, ga je 31/1 weg? En dan? Kom je ooit nog terug? Wat ga je met je huis doen? En met Riemer?”
Oké, komt ‘ie: Ik zeg mijn huis op (zou wel echt fijn zijn als ik die brief van de immigratiedienst vóór 31/12 heb, qua opzegtermijn en zo), verkoop een boel spullen (daar ben ik al druk mee bezig, dat heb je misschien al gezien in mijn webshop of op mijn socials), verplaats de rest naar Riemer en oh ja, ik stuur nog een doos of tien op, althans, als ik een verhuisbedrijf heb gevonden dat een beetje te betalen is. Anders wordt het misschien een langetermijnplan met een hoop koffers en zo. Want kom ik ooit nog wel eens terug? Tuurlijk. Voor een zomervakantie, of zo. En Riemer komt ook wel eens naar Japan, althans, als dat weer mag.
Goed. Ik zeg dus mijn huis op, staak mijn bedrijf, schrijf mezelf uit, vlieg naar Japan, ga twee weken in quarantaine zitten en daarna bouw ik de hele mikmak weer op, maar dan daar.
Klinkt bijna makkelijk als ik het zo zeg, maar pfoe, mijn hoofd is er druk mee. Elke keer als ik onder de douche sta poppen er nieuwe vragen op. “Maar hoe zit het dan met mijn openstaande vorderingen? Kan ik mijn bankrekening eigenlijk aanhouden? Vindt de huisarts het goed als ik vast een jaarvoorraad van de pil bestel? Ik moet mijn post laten doorsturen! Hoe bereken je de stakingswinst? En wat ga ik in hemelsnaam met die dertig onverkochte Polaroidcamera’s doen?”
Inmiddels heb ik al een hoop uitgezocht en/of aangevraagd. Zo weet ik dat er expatverzekeringen bestaan, dat ik wél mijn privérekening kan houden maar niet mijn zakelijke, dat dat gelukkig niks uitmaakt voor mijn vordering op die wanbetaler (ja, nog steeds…) en dat er zaterdag iemand mijn kledingkast komt kopen. Het jammere is dat mijn huis er ondertussen als een pakhuis uitziet, en dat de chaos mijn concentratievermogen niet echt ten goede komt. Ik moet tussen al het geregel door ook nog een website bouwen en een boek corrigeren, en soms vraag ik me af hoe. Gelukkig is het bijna kerstvakantie.
En dan is er natuurlijk nog de kans dat het tóch niet doorgaat. Omdat, I don’t know. Corona-shenanigans, of zo. “Nee,” zou Riemer zeggen, “dan gaat het nog steeds door, maar láter.” Oh ja. Nou goed. Ik geloof er maar gewoon in, want dan doet The Universe dat misschien ook. Al geloof ik daar dan eigenlijk weer níet in.
Maar ik weet wel dat ik er vol voor moet gaan, anders komt dit huis nooit leeg. Please, maak me los. Koop alles in die webshop. Ik moet er vanaf.
Ik blijf trouwens gewoon beschikbaar voor websites, lezingen (die gaan tegenwoordig toch via Zoom, whehe), interviews, ja, zelfs foto’s (op het moment dat ik in Nederland ben). Dan weten jullie dat.
PS: The story of Fashionmilk – deel 3 komt er binnenkort ook aan hoor! Niet dat jullie denken dat ik die vergeten ben!
Related posts
Een reactie op “I’m turning Japanese I really think so”
Je kunt niet meer reageren.
Ik duim voor je!