Het verhaal van de lifehacker

Er zijn verhalen die mensen zichzelf vertellen, of elkaar. Verhalen over wie ze zijn, wat ze doen, en hoe het leven in elkaar zit. Daarom zijn religies nog altijd populair, en daarom houden we van boeken, films of zelfs roddels. We spiegelen onszelf aan die verhalen, en vormen aan de hand ervan ons beeld van goed en kwaad.

Star Wars

Verhalen zijn ontzettend belangrijk voor ons. Daarom waren bijvoorbeeld veel mensen kwaad toen Luke Skywalker, de protagonist uit Star Wars, in The Force Awakens brak met de Jedi-filosofie.

(Nee, dat was niet omdat het een stel antifeministische nerds waren, die het niet konden hebben dat er een vrouw de hoofdrol had. Princess Leia was óók een vrouw, en daar had niemand iets tegen.)

De strijd van goed versus kwaad was niet alleen Lukes strijd, maar ook een leidraad door het leven voor de vele fans die Star Wars heeft. De weg die Luke heeft moeten afleggen in de oude films was een les voor deze fans, die ervan leerden dat je door training en uitdaging groeit.

(Dáárom vonden ze Rey ook niet leuk, die kon alles zomaar ineens.)

Je denkt misschien, is dat niet wat overdreven? Maar ik kan je uit ervaring met ex W. vertellen dat de Jedi-filosofie voor sommige mensen vrijwel gelijk staat aan een religie – iets wat ook weer niet zó gek is, als je weet dat George Lucas, de schrijver van de originele films, zijn Jedi heeft gebaseerd op een mix van religies en verhalen van over de hele wereld. Vergelijk Yoda maar eens met de Dalai Lama, bijvoorbeeld.

Wie ben ik?

Ook zijn er verhalen die meer over onszelf zeggen. Wie zíjn we? Zijn we Luke? Of zijn we meer Anakin, die eigenlijk niet te redden is in zijn val naar de dark side? Zijn we avontuurlijk als Moana, of hebben we, net als B100, altijd pech? De verhalen bepalen niet wat er gebeurt, maar wel hoe we naar situaties kijken en erop reageren.

Ik had ook verhalen: “Ik ben een lifehacker”, vertelde ik steevast in interviews. “Ik hou van avonturen beleven”, stond er vroeger op mijn web-streepje-log. Vorige maand, toen het autismeweek was en ik mijn kinderboek promootte, lepelde ik het riedeltje weer op. “Ik ben lifehacker, ik zet het leven naar mijn hand!” Ondertussen zat ik vrij ongelukkig in Rotterdam, waar ik helemaal niet wilde zijn. Te balen, dat ik niet lifehackerig genoeg was geweest. Dat ik niet dit voorjaar al in Japan was gebleven. Het had misschien ook helemaal niet gekund hoor, toen. Een visum aanvragen en zo. Ik was er misschien toen nog helemaal niet klaar voor. Maar goed, dat weet ik nu. Dat wist ik vorige maand nog niet.

Ik voelde me helemaal geen lifehacker, en ik voelde me dan ook behoorlijk nep in al die interviews. Ik wilde zo graag naar Japan, maar welke ambassade ik ook belde, wie ik ook brieven liet schrijven… Ik kwam er niet in. Ik heb mijn brein tot het uiterste gepusht, als een ware hacker, ja, die denkt dat er altijd een mogelijkheid moet zijn, altijd een foutje in de bouwtekeningen van de Death Star. Maar die bleek er niet te zijn, dus toen bleef er maar één optie over: wachten.

De saaiste les ooit

“Maar hallo. Wachten is geen lifehack. Wachten is de oplossing van de oncreatieven, van de zwakken, van de schapen. Dat ben ik niet! Ik ben een lifehacker!”

Ik bleek het voor geen meter te kunnen ook, dat wachten. Zeker niet in combinatie met het samenwonen met Riemer. Mijn hackbrein ging weer aan de slag: “Misschien kan ik tóch tijdelijk een appartement huren!” Zelfs na mijn vorige blog, waarin ik me gelukkig prees met de hotel-oplossing, kriebelde het. Ik bedacht me dat mijn vorige verhuurder ook shortstay verhuurde, en ik plande een bezichtiging in voor The Lee Towers in Rotterdam. Ik zag mezelf al zitten: Mevrouw Toeps de Slimmerd, lifehacker. Lekker fancy doen in een duur appartement. Maar ik ging kijken, en alles in me zei nee. Dit is niet fancy. Dit is sneu. Ik zag mezelf er vooral heel eenzaam zijn, en ongelukkig.

Gelukkig werkte de tips van Barbara wél goed, en is het thuis nu goed uit te houden. Om Riemer (en mezelf) wat rust te gunnen, houden we de hotels erin. Daarom zit ik nu op Schiphol. Als ik uit mijn raam kijk, zie ik vliegtuigen. In de app Flightradar24 kijk ik waar ze naartoe gaan, of vandaan komen. Ik veroordeel de mensen die naar Alicante vliegen, maar droom ervan in de kist naar Tokio te zitten. Ik besef hoe hypocriet dat is.

Zaterdag liep ik een rondje door het Amstelpark met Hannah, zondag kwam Charlotte een nachtje logeren. (In de kamer hiernaast, zo braaf zijn we dan nog wel.) En mijn verhaal? Dat past zich aan. Dat zegt nu dat ik misschien eerst nog iets moest leren. Namelijk wachten, geduld opbrengen, en samenleven. Langetermijndenken, en vertrouwen hebben in de toekomst. Ik ga goed op licht conservatieve YouTube-video’s over zelfontwikkeling en verantwoordelijkheid. “Hoe zie je jezelf over tien jaar” is misschien de meest afgezaagde vraag van dit decennium, maar zulke video’s zetten me wel aan het denken. Want Japan gaat door. Ooit. Op de een of andere manier. Dus dan kan ik nu wel gaan zitten huilen alsof de wereld vergaat, maar ik kan deze tijd ook nuttig gebruiken. Door te leren hoe ik moet omgaan met tegenslagen, door te leren hoe ik beter met Riemer communiceer, en door de vier gigantische werkprojecten die plots tegelijkertijd op me af zijn gekomen tot een goed einde te brengen. Dan kom ik straks alleen maar beter voorbereid in Japan aan.

Een reactie op “Het verhaal van de lifehacker”

  1. Anne schreef:

    Mooi stukkie Bianca! En heeeeeeel herkenbaar. ‘Wachten’ is mijn grootste anti-talent en moet dat heel erg gaan leren. Vrees dat de enige manier om dat te leren is, door er de tijd voor te nemem. Zo ironiscch 😂

    Veel geluk!

Je kunt niet meer reageren.