Ik kreeg een Japans theesetje en een boel knuffels. “Veel plezier op wereldreis!”, zeiden sommigen. “Ga je op wereldreis?”, vroegen anderen. Ik ga inderdaad op reis, naar Japan, en Hongkong, alwaar ik mijn broertje, zijn vriendin en hun knuffelpanda-met-Instagram-account zal ontmoeten. Zíj zijn pas écht op wereldreis; van Bali tot Australië, van China tot Zuid-Amerika.
Twaalf februari vertrek ik. Eigenlijk had ik nog een shoot staan de week erna, maar die neemt Maan over. Ik vlieg naar Tokio, vanaf daar een paar weken later heen en weer naar Hongkong. Vervolgens komt Riemer half maart voor een rondreis langs de Japanse westkust, en zie ik Charlotte in april.
Reiskriebels vs. reisprikkels
Die rondreis, daar waren Riemer en ik gisteren mee bezig. Het begon allemaal met een video die ik ooit zag, van een nachttrein, helemaal van Tokio naar Matsue. Daar wilde ik zo graag eens op mee, dat het me eigenlijk niet uitmaakte wat er in Matsue te doen was. Ja, oké, je hebt daar die ene brug, die steile, da’s leuk. En een raar vogelpark, genaamd Vogel Park. Hilarisch. Vervolgens zouden we het rondje afmaken via een onsen town, via Obama, met de Thunderbird-express naar de snow monkeys in Nagano.
Zo’n reis lukt me prima… In mijn eentje. Maar omdat Riemer meegaat, vond ik het plots lastig. Samen reizen is moeilijker dan alleen, vind ik. Overprikkeling ligt op de loer, omdat ik steeds denk aan wat híj leuk vindt, en daardoor veel minder op mijn eigen grenzen let. Niet dat Riemer daar enige aanleiding toe geeft, hoor. Het is puur iets dat in mijn hoofd zit. Het moet leuk. Het moet gezellig.
Ik kreeg spontaan paniek en wilde al bijna niet meer gaan. Gelukkig sloeg Riemer een arm om me heen en besloten we nog eens goed naar de reis te kijken. Vogel Park? Grappig, maar het hóeft niet. Niks hoeft, zolang we maar binnen zeven dagen dat rondje afronden. Zandduinen in Tottori? Prachtig, maar duinen hebben we thuis ook, en zand en wind zijn enorm overprikkelend voor deze autist. Ik las pas het boek “Overprikkeling Voorkomen“, van Barbara de Leeuw (ze heeft ook een blogpost van mij in het boek opgenomen) en realiseerde me dat ik enorm gevoelig ben voor fysieke prikkels: knellende kleding, wind, natte handen… Brrr. Een dagje zandduinen wordt hoogstwaarschijnlijk gevolgd door een dag hoofdpijn, dus eh, let’s not.
Overprikkeling is vervelend, maar je kunt er gelukkig ook dingen tegen doen. Rust nemen, bijvoorbeeld. Al is letterlijk niks doen terwijl de prikkels door je lijf gieren niet de beste oplossing, zo schreef ik ook in voornoemde blog. Positieve prikkels kunnen helpen om negatieve prikkels weg te werken, dus samen met Riemer bedacht ik wat me zou kunnen helpen tijdens de reis.
Hilarische verhalen
Ik was al van plan om een video te maken, omdat een projectje me altijd helpt. Maar wat ik vorige keer het fijnst vond, waren twee momentjes in Nara: die ochtend dat we soba aten in een rustig restaurantje, en die avond dat ik in de huiskamer van ons hostel de blog over Gunkanjima maakte. Ik weet nog hoe schuldig ik me voelde. Een blog tikken, da’s toch niet gezellig? Uiteindelijk was het de gezelligste avond van de hele trip, ook omdat Riemer me hielp de post te recoveren toen ‘ie door de WordPress-database was opgegeten.
En het was niet alleen gezellig, die blog was, al zeg ik het zelf, hilarisch. Dingen zijn leuker als ik erover schrijf. Laatst zocht ik iets terug uit 2010, en stuitte ik op dit verhaal: “I see dumb people“. Over die keer dat ik figurant was bij Het Zesde Zintuig, en daar werkelijk geen goed woord voor over had. En zelfs de korte ministukjes, die je nu eerder op Twitter zou posten, waren geweldig. Wat te denken van die keer dat ik Waylon in de Japanse ElleGirl fietste (en ze ‘m niet al te sexy vonden…)?
“Maar ik kan dat niet meer zo schrijven…”, verzuchtte ik. “Waarom niet?”, vroeg Riemer. Ik dacht na. In de zeven jaar die voorbij zijn gegaan sinds Het Zesde Zintuig en Willem in de ElleGirl, is blogland geprofessionaliseerd. Je verhalen móeten ineens dingen. Een duidelijke intro hebben, bijvoorbeeld. En plaatjes. Waar mijn oude blogs vaak van de hak op de tak gingen, en tv-observaties en persoonlijke stories door elkaar heen liepen, moest dat plots apart, vanwege de deelbaarheid. In zeven jaar heb ik geleerd bij álles rekening te houden met deelbaarheid. Gekke titels? Vergeet het maar. “Met Chris Zegers op je slagschip” heb ik later aangepast naar “Toeps in Nagasaki #2 – Met Chris Zegers op je slagschip“, en zelfs díe titel is nog niet SEO genoeg. De beste titel zou zijn: “Reisverslag Hajima, aka Gunkanjima, Nagasaki”. Teringsaai, dat wel.
Onprofessioneel bloggen voor gevorderden
Maar wacht even… Wij maken alles SEO, hebben onze views afhankelijk laten worden van Facebook, Instagram en Twitter, en die knijpen vervolgens ons bereik af en vragen ons geld zodat we onze éigen fucking volgers kunnen bereiken. Het klinkt als de beste scam op aarde, en dat ís het volgens mij ook gewoon. Ik heb er geen zin meer in.
Dus wat ga ik doen, straks in Japan? Schrijven. SEO-proof? Nee, totaal niet. Soms zonder plaatjes. Soms met rare titels. Soms veel te kort, vaak veel te lang. Met observaties, persoonlijke sores en inside jokes, in één stukje. Weet je waarom? Omdat het wérkt voor mij. En als je me wil volgen, dan moet je je RSS-reader maar afstoffen. Of niet. I don’t care.
5 reacties op “Onprofessioneel bloggen”
Je kunt niet meer reageren.
Hoera, toeps weer gewoon toeps.
Gewoon lekker doen waar je je goed bij voelt.
Enne,
Die RSS reader heb ik nooit verlaten
Ik kijk er nu al naar uit!
Ik zoek gewoon zelf je blog op, ik vind het fantastisch :)
Heerlijk, wat fijn doen wat voor jou werkt zonder alle (*) regels!
Goed zo Toeps, dit gaat weer prima worden…