Heb je wel eens iets gelezen over de vermoedens dat Facebook en Google je afluisteren, om zo ads te laten zien? Ik had het er gisteren over, met bevriende fotograaf Ruud. We hadden een filosofisch gesprekje over de toekomst van social media, en ik vertelde hierover. Niet dat ik het per sé geloofde, al gebeuren er wel raardere dingen tegenwoordig.
Afijn. Ik was bij Ruud om te helpen schilderen. Mijn grote fotospullen liggen sinds kort bij hem in de studio, dus ik vond het niet meer dan normaal om te helpen met het witten van het plafond. Tijdens het schilderen praatten we over van alles en nogwat. Zo vertelde Ruud dat hij online een video had gekeken, op Masterclass. “Ken je dat?” Ik had er nog nooit van gehoord. “Ja, er staat nu een masterclass op van Annie Leibovitz.” We praatten er uitvoerig over, over hoe zij werkt, hoe topfotografen het aandurven een halve dag en drie reshoots te doen over één foto, terwijl ik dan vaak denk: “Oh help, iedereen zit op mij te wachten! Let’s move on!”
Die avond scrollde ik op Instagram. Ik had niks gegoogled, niks ingetikt, niks.
Goed. Google en Facebook zijn ongetwijfeld al lang op de hoogte, jullie wellicht ten dele ook door twitter, maar poeh, dit was me het weekje wel.
Tetris
Maandag zou ik eigenlijk naar Aafke gaan, maar de sneeuw gooide roet in het eten. Ik was de avond ervoor bij Riemer blijven slapen, ook vanwege de sneeuw, dus ik besloot voordat verdere ellende los zou barsten terug naar Den Haag te reizen. Daar werkte ik aan de nieuwe layout van deze blog.
Dinsdag moest ik fotograferen voor een make-upschool. Leerlingen die daar de opleiding volgen doen elke maand een fotoshoot om zo, aan het einde van hun jaar, een mooi portfolio te hebben opgebouwd. Maar eerst moest ik nog even half Den Haag door: Ik had op Marktplaats van iemand een NES Classic Mini besteld!
Aanvankelijk had ik weinig interesse in deze NES, omdat mijn all-time favo Tetris er niet op staat. Maar! Nu blijkt dat je die dingen kan hacken, en zo ongeveer alle spellen in the world kan installeren! Ik ben er nog niet aan toegekomen, want ik heb de hele week niets anders gedaan dan werken, dus eh… To be continued.
Een extra shoot kan ook nog wel tussendoor
Omdat ik dinsdag en woensdag toch in Amsterdam zou zijn, met mijn equipment en al, besloot ik Japanse kapster Nancy een berichtje te sturen. Zij en ik hebben een deal: in ruil voor foto’s doet zij mijn haar. Ik trommelde een team op voor woensdagochtend: Charlotte, die mij toch al zou helpen bij de make-upschool op woensdagmiddag, en vriendinnetje met blauw-haar-met-uitgroei Estrella. Het regende heel viezig op woensdagochtend, maar gelukkig konden we binnen fotograferen, bij de make-upschool waar mijn lamp toch al klaarstond.
Woensdagmiddag fotografeerde ik de modellen van klas 2, waarna ik al mijn spulletjes weer in de giga sporttas laadde en naar huis sleepte. Ik nam nooit de bus van/naar huis, omdat twaalf minuutjes lopen prima te doen is, maar met die mega tas was ik plotseling erg blij dat er een bushalte is die de naam van mijn straat draagt.
Dood
Tijd voor het volgende: een last-minute handmodellenklus. Hier werd ik dinsdag over gebeld, toen ik onderweg was naar mijn eerste shootdag op de make-upschool. Mijn nagels waren op dat moment erg lang, té lang, met het risico op breken. Gelukkig had ik nog eventjes de tijd, dus assistente Famke en ik doken de Etos in, op zoek naar een nagelknippertje én een potje nude nagellak, precies in de kleur van de doorgestuurde foto. Ik kocht twee potjes, en bleek er later thuis nog twee te hebben. Overigens, pro-tip: Koop geen Essie, het dekt zelfs in twee lagen nog niet mooi.
Ik heb een hekel aan te laat komen, dus die donderdagochtend vertrok ik lekker vroeg richting Amsterdam. Zó vroeg, dat ik op Den Haag Centraal zelfs een trein eerder kon pakken. Niet de rechtstreekse, langzamere trein via Haarlem, maar de Schiphol-route met overstap. Op de luchthaven stapte ik in de Intercity Direct voor het laatste stukje naar Amsterdam.
We maakten vaart. We remden af. Bonk. Hobbel hobbel. Stil.
“Pfff, heeft onze machinist nou een rood sein genegeerd? Hebben we een ATB-ingreep gehad? Zucht.”
Er bleek iets anders aan de hand. Iets dat ik niet eerder meemaakte. De machinist begon trillend zijn omroep: “Beste reizigers, we hebben een aanrijding gehad met een persoon.”
Holy fuck. Niet naar buiten kijken Toeps, niet naar buiten kijken. Gelukkig zat ik niet bij het raam. We hadden iemand geraakt, en protocol is dan dat het treinpersoneel buitenom terugloopt om te kijken of… Of het slachtoffer nog leeft?
Enige tijd later volgde het volgende omroepbericht: “De persoon is helaas overleden.” Hierna werd ons verteld dat nog niet bekend was hoe nu verder, en werd ons verzocht ook de Franse, Spaanse en anderstalige medereizigers van informatie te voorzien. (We kwamen immers net van Schiphol.) Achter me hoorde ik een Engels meisje, dat na twintig minuten stilstand eindelijk hoorde wat er gebeurd was: “OMG, did they die?!” (They als in het neutrale pronoun, niet dat je nu denkt dat er meerdere mensen tegelijk voor de trein sprongen.)
Op de eerste plaats: Super erg voor de overledene, die geen andere uitweg meer zag, en zijn of haar nabestaanden. Op de tweede plaats: Arme machinist en conducteurs. Eveneens best wel kut: Alle reizigers in de trein die nu hun plannen in het water zagen vallen. Ik belde direct de klant om te zeggen dat ik later was. Anderen in de trein misten schoolexamens, besprekingen, afspraken.
Ik weet dat mensen die dood willen vaak niet echt meer voor rede vatbaar zijn, maar mocht je ooit overwegen uit het leven te stappen, kies dan alsjeblieft een andere manier. Het treinpersoneel heeft een trauma voor het leven, mensen die wél bij het raam zaten wellicht ook, en dan zijn er nog studenten die misschien studievertraging oplopen door een gemist tentamen, ondernemers die opdrachten mislopen… Nu komt er vást iemand zeggen: “Jezus Toeps, wat studievertraging, er is iemand dood hoor!” I know. Dat vind ik ook heel erg. Maar moet je nu écht zoveel andere mensen meenemen in je ellende?
Shooton
Goed, anderhalf uur later kwam ik dan eindelijk op mijn shoot aan. In de trein had ik mijn nagels al voor het grootste deel gelakt (sorry medereizigers!), dus zoveel tijd hadden we gelukkig niet verloren. We schoten een tv-spot voor het welbekende bloemenbedrijf dat klinkt alsof Robert ten Brink de naam heeft verzonnen, en het was fijn! De klant was lief, de opnames gingen voorspoedig en zo was ik alsnog om 16:30 klaar.
Dus wat doet Toeps dan, op vrijdag? “Rust nemen”, zou de slimmerd zeggen. “Lekker vriend Ruud gaan helpen met het schilderen van zijn studioplafond!”, zei het hyperactieve brein van Toeps. Maar weet je, dat was eigenlijk wel slim. Als ik ergens behoefte aan had na die drie drukke dagen, was het wel een goed gesprek. En dan moet je bij Ruud zijn. We spraken over Annie, over zelfmoord, over angsten, over Oasis, over K-otic, over Japan. En alles was ok.