Wij autisten zijn vaak goed in malen. Als we het overzicht kwijt zijn, komen dezelfde gedachten keer en keer opnieuw in ons hoofd voorbij. De stress loopt op en het lukt ons niet om onszelf tot rust te manen. Als we om hulp vragen, zegt de ander: “Geen zorgen!”, of “Komt wel goed!” Lief bedoeld, maar misschien wel het meest nutteloze wat iemand op zo’n moment kan zeggen. “Hoezo komt wel goed?! Hoe weet jij dat nou?!”, schreeuwt mijn hoofd. Daarom hieronder een aantal vragen die wellicht wél helpen als een autist gestresst is.
1. Waar ben je bang voor?
Voordat je gaat zeggen dat alles wel goed komt, vraag eerst eens waar de persoon bang voor is. Soms weten we zelf niet eens waar we bang voor zijn, en helpt het om het duidelijk te krijgen. Je kunt een probleem immers pas oplossen nadat je het goed geformuleerd hebt.
(Je kunt deze vragen trouwens ook gebruiken als je zelf de autist in kwestie bent. Ze helpen mij regelmatig om dingen overzichtelijk te krijgen of te relativeren. Als je blijft malen, kun je de gedachten ook uitschrijven. Ik bedoel, waarom denk je dat deze blog bestaat? ;))
2. Wat is het ergste dat kan gebeuren?
Je bent misschien gewend dat je niet van het ergste moet uitgaan, maar wij autisten zijn daar vaak heel goed in. Juist door eerlijk te kijken naar een worst case scenario, wat je dan zou doen, en hoe aannemelijk het is dat zoiets gebeurt, kan een autist tot rust komen.
Zo was ik vroeger snel gestresst bij het idee een trein of vlucht te missen. Alles zou in de soep lopen dan, en dat was dan Heel Erg, aldus mijn hoofd. De waarheid is dat ik niet verder keek dan die gemiste trein, en dat de invuloefening “Ja, en dan?” me enorm heeft geholpen de dingen in perspectief te zien. Wat gebeurt er als je een trein of vlucht mist? Ja, je moet een nieuw kaartje kopen. In het geval van de laatste trein moet je wellicht zelfs een taxi of hotel betalen. En je bent later, dus daar moet je mensen van op de hoogste stellen. Vervelend, zeker. Maar als je een noodbudget achter de hand hebt, ook weer niet zó erg.
3. Moeten deze dingen allemaal écht nu?
Als iemand vastloopt in een lijstje van dingen die moeten, vraag dan of al die dingen wel écht nu moeten. Sommige dingen zijn niet zo urgent, kunnen geschapt of afgezegd worden. Sommige dingen kunnen later ook nog wel. Meestal gaat er heus niemand dood.
4. Wat kan je nu meteen al wegwerken?
Is alles een chaos en weet de autist in kwestie niet waar te beginnen? Vraag dan of er een simpele taak is die meteen opgelost kan worden, en stel voor daarmee te beginnen.
Voor de autisten die dit lezen: Hik je op tegen een mailtje? 99% kans dat het oplucht om het ding direct weg te werken. Zijn er 5 taken die allemaal even urgent lijken? Kies er één en besluit om daarmee als eerste aan de slag te gaan. Het maakt in principe niet uit welke, en ja, de vier taken die je níet doet blijven nog wel even zagen in je hoofd, maar weet dat je objectief gezien vooruitgang boekt.
5. Zullen we samen een lijst of flowchart maken?
“Ja maar X is afhankelijk van Y en is Y weer afhankelijk van Z…!” Vaak als een autist vastloopt, is het omdat bepaalde taken afhankelijk zijn van andere taken, waardoor het geheel een soort kluwen wordt die nog het meest doet denken aan een prikbord in een thriller-detective, met van die foto’s van verdachten, locaties, en fysieke rode draden gespannen tussen de verschillende pins. Maak samen een lijstje om overzicht te creëren, en zet de taken op volgorde.
Toen ik net naar Japan was verhuisd, was mijn leven een totale chaos. Zo moest ik bijvoorbeeld een bepaald abonnement afsluiten, maar daarvoor kon alleen betaald worden met een Japanse creditcard. Om een zakelijke creditcard te krijgen, moest ik mijn bedrijfsinschrijving laten zien – maar om mijn bedrijf op te starten en in te schrijven, moest ik eerst een persoonlijke Japanse bankrekening hebben. Om internetbankieren te gebruiken, moest in een app downloaden die alleen te vinden was in de Japanse appstore. Maar zou ik mijn telefoon omschakelen naar deze appstore, waar alleen Japanse creditcards als betaalmethode werden geaccepteerd, dan had ik plots geen mogelijkheid meer om mijn andere Apple-diensten te betalen. Om een persoonlijke Japanse creditcard te krijgen, moest ik een kopie van mijn MyNumber-kaart uploaden. Op die kaart moest ik weken wachten.
Zoals je kunt lezen, was dit nogal stressvol. Nu ga ik niet zeggen dat een lijstje alles oplost, maar het gaf me zeker meer rust in mijn hoofd toen ik al deze info in een overzichtelijke flowchart had verwerkt. Op dit moment heb ik een soortgelijke lijst in mijn telefoon staan voor de Engelse vertaling van Deze autist ging naar Japan. Ik zou niet zonder kunnen.
6. Wat zou je helpen om het toch te doen?
Als een autist vastloopt op een taak, vraag dan eens wat nodig is om het toch te doen. Het antwoord is soms verrassend simpel. Even mee naar het postkantoor? De persoon met wie je hebt afgesproken van tevoren vragen waar jullie gaan eten, en een exitstrategie afspreken? Even vuilniszakken gaan halen bij de winkel zodat de autist verder kan met schoonmaken?
Toen ik nog met Riemer samenwoonde, liep ik vaak vast omdat mijn plan (koken, opruimen…) een tripje naar de winkel behoefde, en ik op dat moment die switch niet kon maken. Riemer daarentegen vond het vaak prima om even naar de winkel te gaan, als dat betekende dat ik daarna gewoon die lekkere maaltijd voor ons kon koken, de was deed of het huis opruimde. Lang heb ik gedacht dat deze taakverdeling mij lui maakte, maar nu zie ik het vooral als een oplossing die goed voor ons werkte.
7. Moet er misschien eten of drinken in?
Autisten hebben vaak niet goed door wanneer ze honger of dorst hebben, maar honger, dorst en slaap hebben wél ontzettend veel invloed op de hoeveelheid uitvoerende functies die je tot je beschikking hebt. Ziet de autist het allemaal niet meer zitten? Misschien moet je hem/haar gewoon eerst voeren, en komt het daarna wel goed.
Of stel juist geen vragen...
Soms zit iemand zó vast in gedachten, dat elke vraag te veel is. Dan is het soms fijn als iemand anders beslist wat er gedaan moet worden. Toen ik met mijn ex Mark samenwoonde, en hij me vroeg of ik iets wilde kijken op tv, was mijn antwoord eigenlijk standaard “nee”. Maar als hij gewoon zelf iets opzette, dan gebeurde het regelmatig dat ik toch mee begon te kijken. Toen ik nog thuis woonde, besloot mijn moeder wat we aten. Niet altijd mijn favoriete gerecht, maar ik hoefde zelf in ieder geval niet te kiezen. Soms is het heerlijk om nergens over na te hoeven denken. Dan hebben onze overwerkte hersentjes even rust.
Let op: push iemand niet over grenzen heen, dat werkt averechts. Deze tip is alleen voor de pro’s weggelegd.