Het was iets na zessen toen ik gisteravond Hoog Catharijne binnenliep, na een middagje werken bij Maan. Ik haalde een steamed-milk-met-één-pompje-chai (“Nee, steamed milk. Ja, dat kan wél.”) bij Starbucks, waarna ik de roltrap naar boven nam richting de ingang van het hotel. Ik bestelde avondeten bij de receptie, maar pas voor 19:30. In mijn kamer las ik, onder het genot van mijn drankje, Bijna Echt uit – het boek dat ik een dag eerder bij mijn uitgever had gebietst, toen ik daar was voor een meeting. Ik haalde mijn curry beneden, at die op, en dook daarna mijn bed in. Even voelde ik me als Brenda, de hoofdpersoon uit Bijna Echt, die haar leven bij elkaar verzon en in de meest luxe hotels verbleef zonder te betalen. Maar ik ben niet Brenda, ik ben Bianca. Op mijn hotel staat dan wel Hilton, maar het is Hampton by Hilton, in een winkelcentrum, en het kostte maar 213 euro voor drie nachten, inclusief ontbijt. En in tegenstelling tot Brenda, betaal ik er gewoon voor.
Nul dure huizen
Ik moet nog steeds af en toe denken aan de oud-klasgenote van de kunstacademie, die ooit op Facebook een tirade over me afstak. Hoe ik mijn autisme zou monetizen, en hoe verwend ik was met mijn dure huizen. Het is nog steeds een running gag onder mijn vrienden en volgers: mijn kinderboek zou me voldoende funds opleveren voor een derde huis, en de foto die ik laatst maakte van een random villa, op mijn wandeltocht van Utrecht Terwijde naar Blossom Books HQ? Dat werd mijn vierde mansion.
Het is vooral grappig als je de waarheid weet. De waarheid dat ik op dit moment nul huizen heb. Ik zegde mijn éénkamerappartementje van 20 vierkante meter op in december, vanwege mijn aanstaande verhuizing naar Japan. Tot die tijd zou ik bij Riemer logeren. Mijn vlucht stond geboekt voor 31 januari, de sleuteloverdracht was een paar dagen eerder. Alles bij elkaar zou ik dus maar een paar weken bij Riemer verblijven. Al eerder kocht ik een logeermatrasje bij Ikea, dat eigenlijk op een slaapbank hoorde. Het was opvouwbaar, althans, deels. Het matrasje borgen we overdag op in het washok, en werd ‘s avonds in de woonkamer gelegd. Natuurlijk heeft Riemer een riant tweepersoonsbed, maar hij snurkt, en gaat doorgaans om 2:00 ‘s nachts naar bed. Ik begin om 22:00 al in te storten.
Breakdown
We zijn nu vier maanden verder, en niet alleen ík begin in te storten. Riemer zit er ook aardig doorheen. Het matras in de woonkamer ruimde ik eigenlijk zelden nog op, want ja, ik moest het ‘s avonds toch weer pakken. Riemer vond het storend, en is de woonkamer steeds meer gaan ontwijken. Hij zat eigenlijk alleen nog maar in zijn kantoor, terwijl ik ‘s morgens zodra hij opgestaan was juist naar de slaapkamer sloop, waar mijn werkplek is ingericht. Het was een soort stoelendans in huis, waarbij ik in het passeren af en toe nog wat aan Riemer probeerde te vertellen (“Weet je, klant X heeft teruggemaild!”) – iets waar een op werk gefocuste Riemer totaal niet op zat te wachten. Het gebrek aan interactie gaf mij dan weer het gevoel teveel te zijn – en zo voelde ik me sowieso al, door mijn ongevraagde logeerpartij van vier maanden, met misschien nog wel net zo lang te gaan. Af en toe leidde deze situatie tot een explosie, waarna ik dan vastberaden was per direct op te stappen. Maar ja, waarheen hè?
Mutaties en spelen
Vanuit Japan komt nog steeds zero duidelijkheid. Waar ze voorheen communiceerden dat CoE-houders na de noodtoestand weer naar binnen zouden mogen, is visa-uitgifte voor mensen zoals ik inmiddels al meer dan een maand “tot nader order” opgeschort. Aan de ene kant begrijpelijk, want corona, aan de andere kant totaal niet, als je ziet hoe de Osaka-mutatie binnen Japan om zich heen grijpt. Ik denk persoonlijk dat ze zich beter kunnen richten op barhoppende Japanners dan op buitenlanders die zich laten testen en veertien dagen in quarantaine gaan, maar goed, wie ben ik. Ook is het frustrerend om te zien hoe voor Olympiërs de rode loper wordt uitgerold, want dat zou dan ineens wél allemaal veilig kunnen.
In een laatste poging iets aan mijn situatie te veranderen, sprak ik met de Nederlandse ambassadeur in Japan. Niet dat ik die nu op speed dial heb of zo, maar de Nederlandse overheid had toevallig een programma om vrouwelijke ondernemers te stimuleren, en onderdeel daarvan was een kop koffie met de ambassadeur – via FaceTime. Ik vond het fijn om te horen dat de ambassadeur op de hoogte was van mijn situatie, en de situatie van vele anderen die in hetzelfde schuitje zitten, maar ik wist ook wel dat hij niet kan toveren. Uiteindelijk is het de Japanse overheid die beslist. Hij zei me wel dat ik me, als ik vastigheid wilde, het beste kon instellen op na de Olympische Spelen. September, oktober dus.
Oplossingen
Ik zou dus een appartement kunnen huren, tijdelijk. Maar ik denk dat ik dat niet ga doen. Wat voor hetzelfde geld zit ik om de week drie/vier dagen in een hotel, en dat is fantastisch. Ik ben nu twee keer in Utrecht geweest, maar ik zit eraan te denken om de volgende keer voor Amsterdam te kiezen. Dan kan ik rondjes wandelen met Veerle en Hannah, en eindelijk weer eens naar mijn kapper.
Maar het is niet alleen maar wegrennen en problemen ontwijken wat ik hier doe. Maandag had ik een Zoom-gesprek met Riemer en Barbara, onze autismecoach. We spraken over de problemen thuis, en kwamen uiteindelijk tot zes actiepunten, waardoor het als het goed is allemaal een stuk soepeler moet gaan lopen. Als deze situatie echt nog maanden gaat duren, dan is uitzitten geen optie. Dan moeten we dingen oplossen. Al hou ik de hotels erin, want zeg nou zelf, hoe heerlijk is dat! Zelfs al staat het hotel bovenop een winkelcentrum, en moet je je roomservice in verband met corona zelf gaan halen: ik voel me precies dat verwende nest uit de Facebook-post van de kunstacademie-klasgenoot. En da’s ook wat waard, whehehe.
Related posts
Een reactie op “Bijna echt”
Je kunt niet meer reageren.
Van die paar kleine voordeeltjes die deze stomme periode je bieden mag je best genieten hoor! Ik heb gister ook genoten van een uur shoppen in de boekwinkel, zonder dat er nog 50 andere klanten allemaal bij precies die ene kast willen waar ik ook wil kijken.