Life
Van hilarische anekdotes tot posts waar de klaagmuur van zou zeggen: “Nou nou, gaat het een beetje mevrouw Toeps?” In deze categorie vind je blogs zoals blogs bedoeld waren, ooit, in 2004.
Statuswijziging
Riemer postte gisteren een update op LinkedIn met twee foto’s die door mij zijn gemaakt, met daarbij netjes de credits: “Foto’s door mijn ex, Bianca Toeps”. Allereerst: props voor het geven van credits. Maar eh. Ik heb jullie dus even wat uit te leggen.
Flitsbezoek
“Weet je wat ik mis?”, dacht ik laatst. “Dat ik gewoon met Charlotte door Tokio kan rondrennen, en dat we dan foto’s maken, of reels, of whatever andere content, die ik kan gebruiken voor mijn sociale media.”
– “Maar dat kan toch gewoon?”, dacht ik terug. “Ik kan gewoon een ticket voor Charlotte kopen en haar overvliegen!”
Toeps en Olga checken de park
Twee weken geleden sprak ik op een zondagochtend af met Olga (mijn parttime marketing-medewerker) in Shinjuku Gyoen, het nationale park in het bruisende centrum van Tokio. Het was nog vroeg, maar al behoorlijk warm. De zomer in Tokio tikt regelmatig de 36 graden aan, en daarbovenop is de lucht ook nog vochtig, wat het allemaal nog klammer doet aanvoelen. Deze ochtend stond er een briesje, wat goed was voor de warmtebeleving, maar ook gelijk als test kon dienen voor de microfoon die we wilden testen.
Hoest
“Ik heb nog nooit corona gehad”, zei ik eerder dit jaar tegen een vriendin, die onze afspraak afzegde omdat zij voor de derde of vierde keer geveld was. “Dat kan bijna niet”, zei zij. “Je bent vast iemand die gewoon geen klachten krijgt.” Hoewel ik daar graag in geloofde, was ik er niet zo zeker van: “Ik draag als een van de weinigen nog een masker…” Dat ik in Japan woon helpt daarbij natuurlijk, hier is dat heel normaal. Maar ook in Nederland zette ik in de trein een masker op; mijn bezoekjes zijn altijd maar kort en, zo redeneerde ik, ziek worden is zonde van mijn tijd.
Vuurwerk
Heel af en toe kijk ik op Threads, Zuckerbergs antwoord op Twitter. Nu weten we allemaal dat mensen op Twitter (oké, oké, X) in bubbels terechtkomen, maar Threads is nog vele malen erger. Het algoritme dat mij er posts voorschotelt, denkt dat ik geïnteresseerd ben in precies twee dingen: autisme en Japan. En zo bestaat 50% van mijn feed uit edgy takes vanuit de autistische “community”, en de andere helft uit domme vragen (“Hoeveel geld heb ik nodig voor een vakantie van twee weken in Tokio?” – Eh, weet ik veel, wat wil je doen?) en nog dommere statements (“Mannen in Japan dragen nooit een korte broek, dan zie je beenhaar en dat is echt goor!” – Euh, ik zag er net nog een stuk of tien in de trein, nobody cares?) over Japan.
De kleine Japanse volksverhuizing
Ken je dat? Dat je ergens een bed wil, dan maar een verhuisbedrijf mailt, en voor je het weet ineens je halve inboedel bij de boyfriend hebt gestald? Deze dinsdag was het verhuisdag, en gebeurde precies dat.
De Ikea-haters
“Ikea-meubels zijn niet gemaakt om te verhuizen. Dan gaan ze kapot.” De Japanse meneer van het transportbedrijf keek moeizaam. Hij sprak in het Japans tegen Google Translate, waarna zijn telefoon de vertaling in het Nederlands uitspuugde. Even ervoor had hij gevraagd of al mijn spul van Ikea was, waarop ik opgewekt met “ja” antwoordde. Ik hou van Ikea. Japanners niet.
Het huis van de buren
Wie mijn nieuwe boek heeft gelezen weet dat ik, toen ik net in Japan was aangekomen en nog in mijn kantoor sliep, het appartement er recht naast wilde huren. Het leek me zo heerlijk: drie seconden woon-werkverkeer, een gedeelde internetverbinding, stofzuiger en voorraadkast, en (na het ontmantelen van een tussenschot) een heel lang balkon, zodat ik zelfs “achterom” van huis naar kantoor en vice versa zou kunnen gaan. Maar helaas, ik viste achter het net, en nam in plaats daarvan genoegen met een appartement aan de andere kant van het gebouw, en vijf verdiepingen hoger.
Buongiorno en konnichiwa
Het is mij, Toeps, business manager. Deze blog is een greep uit de dingen die ik gedaan heb in de afgelopen maanden. Want er is veel gebeurd, en er gaat ook nog veel gebeuren! Wat dan zoal? Nou…
Het einde van een Starbucks
François en ik stonden in de rij voor de Starbucks in het winkelcentrum van station Keio-Hachioji, toen zijn oog viel op een poster. Zo’n vel met grote rode en gele letters, en iets in het Japans dat zich liet vertalen als “opheffingsuitverkoop”. Ik had de poster al vaker gezien, maar omdat mijn hersenen Japans nog steeds niet automatisch vertalen, had ik er er geen seconde over nagedacht, en aangenomen dat het de zoveelste reclameposter was. Maar François z’n Japans is beter, dus hij vroeg de barista: “Opheffingsuitverkoop?” – “Ja,” zei de barista, “alles gaat dicht op 31 maart. Wij gaan ook weg, het hele gebouw gaat leeg.”
Twee
Er gebeuren twee grote dingen deze week. Zo komt morgen de fysieke versie van de Engelse vertaling van mijn nieuwe boek uit. De digitale versie verscheen vorige week al, maar vanwege Amazon’s irritante procedures moest de papieren editie nog een weekje wachten. Ik heb ook nog geen auteursexemplaar of proef binnen, want die sturen ze niet naar Japan. In plaats daarvan heb ik Riemer laten kijken, en laten filmen, en heb ik op basis daarvan de laatste aanpassingen gemaakt. Voor de feestelijke foto’s van morgen printte ik net een velletje kleur bij de convenience store. 50 yen en wat hogere origamikunde, en het is net echt.
Wisselwerking
Een paar weken voordat ik terug naar Nederland vloog, voelde ik me al niet goed. Ik was overwerkt, gestresst, en na de verschijning van mijn nieuwe boek, Deze autist ging naar Japan, een beetje stuurloos. Ik had net Olga aangenomen, eigenlijk vooral omdat dat goed zou staan; een business manager die niemand managet, dat vindt de Japanse immigratiedienst natuurlijk maar raar.
Sosjaal
Vorige maand fotografeerde ik Cynthia. Onder de oude garde misschien wel bekend als Miss Lipgloss, maar tegenwoordig bloggend onder de naam Cynthia.nl, want we zijn allemaal geen 15 meer, en dat goedje waar vooral je haar in bleef hangen mag lekker in de 00’s blijven. Cynthia dus. Een verrassende ontwikkeling voor sommigen, want eh, jullie vonden elkaar toch helemaal niet aardig?
Interviews en pers: Hoe werken die dingen nu echt?
Dankzij de lancering van mijn nieuwe boek (en een cringeworthy opiniestuk in Trouw waar we wel op móesten reageren) was ik de afgelopen maanden in de krant, op de radio en zelfs op tv te vinden. Hoewel ik over het algemeen blij was met de coverage, maakte ik me ook af en toe zorgen: sommige koppen waren namelijk ietwat ongenuanceerd. Hoewel ik steevast mijn best deed om de diversiteit van zowel Japan als autisme te benadrukken, kwam dat niet altijd even goed over.
De toekomst was hier
“Yukarigaoka, stad waar je de toekomst kunt zien”, zo stond te lezen op de veertig jaar oude people mover (in de volksmond vaak monorail genoemd, maar dat is het niet) die z’n ronde deed door het stadje. Yukarigaoka, ofwel Eucalyptus Heights, is gebouwd als een staaltje stedelijke ontwikkeling waar Walt Disney in z’n EPCOT-tijd over droomde. Hoogbouw met veel groen, grote malls met faciliteiten en, om het geheel autoluw te houden, een grotendeels verhoogde people mover die rondjes rijdt van en naar het grote treinstation.
Pill-o-talk 3.0
Eergisteren werd ik geopereerd. Dat was geen verrassing voor me, en ook niks ernstigs, want ik had deze operatie al een half jaar geleden gepland. In januari van dit jaar, toen ik ook even in Nederland was, ging ik op intake bij de Bergman Clinic. Ik wilde me laten steriliseren, en mijn research tot dan toe had uitgewezen dat ik dat niet in Japan kon laten doen, want daar doen ze dat niet als je nog geen kinderen hebt gebaard.