Blog
Hoi, ik ben Toeps en ik blog al sinds 2004. Over mijn avonturen, over dingen waar ik dingen van vind, en over mijn leven als autist. (En tussen 2012 en 2016 ook over de wereld van modellen en fotografie, op mijn toenmalige platform Fashionmilk.com, wat je heel misschien nog kent van de topmodel-recaps.)
Deze blog heeft me veel mooie dingen gebracht: vrienden en vriendinnen, een trip naar Disneyland Parijs en zelfs een boek. Tegenwoordig schrijf ik vooral over mijn leven in Japan, waar ik woon.
Bezoekuur #2: Riemer
In mijn vorige post vertelde ik hoe mijn familie naar Japan kwam, en hoe ik vanuit Osaka naar Narita vloog om Riemer op te halen. Die kwam namelijk ook! We hadden het expres zo gepland dat de Riemer een aantal dagen zou overlappen met mijn familie, zodat we samen naar Disneyland konden gaan.
Bezoekuur #1: De fam
Het is eind 2024, en ineens is het alsof de pandemie nog maar een vage herinnering is – een nare droom, ergens in een ver verleden, waarin overheden bepaalden of je naar buiten mocht, je beroep mocht uitvoeren of je familie en vrienden mocht zien. Maar inmiddels lijkt alles weer als vanouds. Het aantal toeristen in Tokio is groter dan ooit (iets wat op zich best voordelig is voor iemand die een boek verkoopt over haar verhuizing naar Japan, haha) en zo kwamen naast Charlotte ook mijn vader, stiefmoeder, broertje, schoonzus en nichtje naar Japan. En Riemer. En Maan ook weer, deze keer voor een Artist-In-Residence.
Bye bye balkon-Fuji
Toen ik naar Japan verhuisde, woonde ik de eerste anderhalve maand op kantoor. Nu klinkt dat erger dan het is, want mijn kantoor is gewoon het mini-appartementje dat ik kocht, toen we allemaal nog thuiszaten met corona-lockdowns en grenssluitingen. Om te voldoen aan de voorwaarden van mijn business manager-visum, moest ik snel een aparte woonruimte vinden (kantoor aan huis is niet toegestaan), en die vond ik op de tiende verdieping van hetzelfde gebouw. Er moest nog even een vleermuis verjaagd worden, toen nog een paar weken geventileerd, maar daarna werd het langzaam maar zeker mijn woning.
Narita, meer dan een vliegveld
Toen ik nog in Zaandam woonde zag ik eens een poster van het befaamde Zaanse huisjes-hotel, met daaronder het logo I amsterdam. Kijk, ik snap de gedachte: Toeristen kennen alleen Amsterdam, dus dan noemen we gewoon lekker alles zo. Het befaamde Muiderslot werd Amsterdam Castle Muiderslot, een outlet in Halfweg werd Amsterdam The Style Outlets en natuurlijk heet ons vliegveld Amsterdam International Airport Schiphol – terwijl het in de gemeente Haarlemmermeer ligt.
Toos Meningloos
Er is iets veranderd in mij sinds ik mijn boeken schreef. Ik denk dat het deels door de boeken komt, maar ook deels door het veranderende online klimaat. Hoe dan ook, ik ben voorzichtiger geworden. Neutraler. Meninglozer. Want met zo’n groot publiek wil je natuurlijk het liefst iedereen te vriend houden. Ik ben een voorbeeld voor mensen – dat alsof ik enorm naast mijn schoenen loop, maar ik krijg wekelijks mails van mensen die me dat zeggen – en ik wil deze mensen niet teleurstellen, boos maken of wat dan ook. Ik wil niet dat mensen mijn uitgever gaan mailen om te klagen over mijn tweets.
Soaring
Meestal als ik een blog schrijf, weet ik precies wat ik wil vertellen. Het verhaal heeft een begin, een midden, een einde, en het liefst ook nog een twist, conclusie, of punt dat ik wil maken. Deze keer niet. Ik weet niet precies wat ik met dit stukje wil, behalve het voorval uit mijn hoofd krijgen. Daar vliegt het namelijk al anderhalve dag rond.
Statuswijziging
Riemer postte gisteren een update op LinkedIn met twee foto’s die door mij zijn gemaakt, met daarbij netjes de credits: “Foto’s door mijn ex, Bianca Toeps”. Allereerst: props voor het geven van credits. Maar eh. Ik heb jullie dus even wat uit te leggen.
Flitsbezoek
“Weet je wat ik mis?”, dacht ik laatst. “Dat ik gewoon met Charlotte door Tokio kan rondrennen, en dat we dan foto’s maken, of reels, of whatever andere content, die ik kan gebruiken voor mijn sociale media.”
– “Maar dat kan toch gewoon?”, dacht ik terug. “Ik kan gewoon een ticket voor Charlotte kopen en haar overvliegen!”
Toeps en Olga checken de park
Twee weken geleden sprak ik op een zondagochtend af met Olga (mijn parttime marketing-medewerker) in Shinjuku Gyoen, het nationale park in het bruisende centrum van Tokio. Het was nog vroeg, maar al behoorlijk warm. De zomer in Tokio tikt regelmatig de 36 graden aan, en daarbovenop is de lucht ook nog vochtig, wat het allemaal nog klammer doet aanvoelen. Deze ochtend stond er een briesje, wat goed was voor de warmtebeleving, maar ook gelijk als test kon dienen voor de microfoon die we wilden testen.
Hoest
“Ik heb nog nooit corona gehad”, zei ik eerder dit jaar tegen een vriendin, die onze afspraak afzegde omdat zij voor de derde of vierde keer geveld was. “Dat kan bijna niet”, zei zij. “Je bent vast iemand die gewoon geen klachten krijgt.” Hoewel ik daar graag in geloofde, was ik er niet zo zeker van: “Ik draag als een van de weinigen nog een masker…” Dat ik in Japan woon helpt daarbij natuurlijk, hier is dat heel normaal. Maar ook in Nederland zette ik in de trein een masker op; mijn bezoekjes zijn altijd maar kort en, zo redeneerde ik, ziek worden is zonde van mijn tijd.
Vuurwerk
Heel af en toe kijk ik op Threads, Zuckerbergs antwoord op Twitter. Nu weten we allemaal dat mensen op Twitter (oké, oké, X) in bubbels terechtkomen, maar Threads is nog vele malen erger. Het algoritme dat mij er posts voorschotelt, denkt dat ik geïnteresseerd ben in precies twee dingen: autisme en Japan. En zo bestaat 50% van mijn feed uit edgy takes vanuit de autistische “community”, en de andere helft uit domme vragen (“Hoeveel geld heb ik nodig voor een vakantie van twee weken in Tokio?” – Eh, weet ik veel, wat wil je doen?) en nog dommere statements (“Mannen in Japan dragen nooit een korte broek, dan zie je beenhaar en dat is echt goor!” – Euh, ik zag er net nog een stuk of tien in de trein, nobody cares?) over Japan.
Ik ging naar een bijeenkomst voor autistische meiden in Japan
Enige tijd geleden werd ik uitgenodigd door Kohei Kato, een autisme-researcher verbonden aan Tokyo Gakugei University, die ook als editorial manager bij de Japanse uitgever Kaneko Shobo werkt. Hij zei me meteen dat ik niet te veel moest verwachten, maar hij wilde eens kennismaken. Hij gaf me twee boeken van zijn uitgeverij over autisme bij meisjes en vrouwen, in het Japans. Ik heb de boeken nog niet gelezen (zo goed is mijn Japans helaas nog niet), maar de titels waren veelbelovend – deze boeken gingen over camouflage, ofwel, maskeren.
De kleine Japanse volksverhuizing
Ken je dat? Dat je ergens een bed wil, dan maar een verhuisbedrijf mailt, en voor je het weet ineens je halve inboedel bij de boyfriend hebt gestald? Deze dinsdag was het verhuisdag, en gebeurde precies dat.
Waarom infodumpen misschien toch niet de beste love language is
Een meisje praat tegen de camera in een korte clip die gemaakt is voor platformen als Instagram en TikTok. “Mensen denken vaak dat wij autisten egocentrisch zijn, omdat we jouw zielige verhaal beantwoorden met een vergelijkbaar verhaal uit ons eigen leven – maar dit is hoe wij empathie tonen!” Even later verschijnt er een vrolijk gekleurd plaatje in mijn feed: “Infodumpen is mijn autistische love language”. We moeten het normaliseren, want zo laten autistische mensen zien dat ze van je houden, aldus de veelvuldig gedeelde post.
De Ikea-haters
“Ikea-meubels zijn niet gemaakt om te verhuizen. Dan gaan ze kapot.” De Japanse meneer van het transportbedrijf keek moeizaam. Hij sprak in het Japans tegen Google Translate, waarna zijn telefoon de vertaling in het Nederlands uitspuugde. Even ervoor had hij gevraagd of al mijn spul van Ikea was, waarop ik opgewekt met “ja” antwoordde. Ik hou van Ikea. Japanners niet.
Het huis van de buren
Wie mijn nieuwe boek heeft gelezen weet dat ik, toen ik net in Japan was aangekomen en nog in mijn kantoor sliep, het appartement er recht naast wilde huren. Het leek me zo heerlijk: drie seconden woon-werkverkeer, een gedeelde internetverbinding, stofzuiger en voorraadkast, en (na het ontmantelen van een tussenschot) een heel lang balkon, zodat ik zelfs “achterom” van huis naar kantoor en vice versa zou kunnen gaan. Maar helaas, ik viste achter het net, en nam in plaats daarvan genoegen met een appartement aan de andere kant van het gebouw, en vijf verdiepingen hoger.