Blog

Hoi, ik ben Toeps en ik blog al sinds 2004. Over mijn avonturen, over dingen waar ik dingen van vind, en over mijn leven als autist. (En tussen 2012 en 2016 ook over de wereld van modellen en fotografie, op mijn toenmalige platform Fashionmilk.com, wat je heel misschien nog kent van de topmodel-recaps.)

Deze blog heeft me veel mooie dingen gebracht: vrienden en vriendinnen, een trip naar Disneyland Parijs en zelfs een boek. Tegenwoordig schrijf ik vooral over mijn leven in Japan, waar ik woon.

Narita, meer dan een vliegveld

Toen ik nog in Zaandam woonde zag ik eens een poster van het befaamde Zaanse huisjes-hotel, met daaronder het logo I amsterdam. Kijk, ik snap de gedachte: Toeristen kennen alleen Amsterdam, dus dan noemen we gewoon lekker alles zo. Het befaamde Muiderslot werd Amsterdam Castle Muiderslot, een outlet in Halfweg werd Amsterdam The Style Outlets en natuurlijk heet ons vliegveld Amsterdam International Airport Schiphol – terwijl het in de gemeente Haarlemmermeer ligt.

Toos Meningloos

Er is iets veranderd in mij sinds ik mijn boeken schreef. Ik denk dat het deels door de boeken komt, maar ook deels door het veranderende online klimaat. Hoe dan ook, ik ben voorzichtiger geworden. Neutraler. Meninglozer. Want met zo’n groot publiek wil je natuurlijk het liefst iedereen te vriend houden. Ik ben een voorbeeld voor mensen – dat alsof ik enorm naast mijn schoenen loop, maar ik krijg wekelijks mails van mensen die me dat zeggen – en ik wil deze mensen niet teleurstellen, boos maken of wat dan ook. Ik wil niet dat mensen mijn uitgever gaan mailen om te klagen over mijn tweets.

Soaring

Meestal als ik een blog schrijf, weet ik precies wat ik wil vertellen. Het verhaal heeft een begin, een midden, een einde, en het liefst ook nog een twist, conclusie, of punt dat ik wil maken. Deze keer niet. Ik weet niet precies wat ik met dit stukje wil, behalve het voorval uit mijn hoofd krijgen. Daar vliegt het namelijk al anderhalve dag rond.

Statuswijziging

Riemer postte gisteren een update op LinkedIn met twee foto’s die door mij zijn gemaakt, met daarbij netjes de credits: “Foto’s door mijn ex, Bianca Toeps”. Allereerst: props voor het geven van credits. Maar eh. Ik heb jullie dus even wat uit te leggen.

Flitsbezoek

“Weet je wat ik mis?”, dacht ik laatst. “Dat ik gewoon met Charlotte door Tokio kan rondrennen, en dat we dan foto’s maken, of reels, of whatever andere content, die ik kan gebruiken voor mijn sociale media.”

– “Maar dat kan toch gewoon?”, dacht ik terug. “Ik kan gewoon een ticket voor Charlotte kopen en haar overvliegen!”

Toeps en Olga checken de park

Twee weken geleden sprak ik op een zondagochtend af met Olga (mijn parttime marketing-medewerker) in Shinjuku Gyoen, het nationale park in het bruisende centrum van Tokio. Het was nog vroeg, maar al behoorlijk warm. De zomer in Tokio tikt regelmatig de 36 graden aan, en daarbovenop is de lucht ook nog vochtig, wat het allemaal nog klammer doet aanvoelen. Deze ochtend stond er een briesje, wat goed was voor de warmtebeleving, maar ook gelijk als test kon dienen voor de microfoon die we wilden testen.

Hoest

“Ik heb nog nooit corona gehad”, zei ik eerder dit jaar tegen een vriendin, die onze afspraak afzegde omdat zij voor de derde of vierde keer geveld was. “Dat kan bijna niet”, zei zij. “Je bent vast iemand die gewoon geen klachten krijgt.” Hoewel ik daar graag in geloofde, was ik er niet zo zeker van: “Ik draag als een van de weinigen nog een masker…” Dat ik in Japan woon helpt daarbij natuurlijk, hier is dat heel normaal. Maar ook in Nederland zette ik in de trein een masker op; mijn bezoekjes zijn altijd maar kort en, zo redeneerde ik, ziek worden is zonde van mijn tijd.

Vuurwerk

Heel af en toe kijk ik op Threads, Zuckerbergs antwoord op Twitter. Nu weten we allemaal dat mensen op Twitter (oké, oké, X) in bubbels terechtkomen, maar Threads is nog vele malen erger. Het algoritme dat mij er posts voorschotelt, denkt dat ik geïnteresseerd ben in precies twee dingen: autisme en Japan. En zo bestaat 50% van mijn feed uit edgy takes vanuit de autistische “community”, en de andere helft uit domme vragen (“Hoeveel geld heb ik nodig voor een vakantie van twee weken in Tokio?” – Eh, weet ik veel, wat wil je doen?) en nog dommere statements (“Mannen in Japan dragen nooit een korte broek, dan zie je beenhaar en dat is echt goor!” – Euh, ik zag er net nog een stuk of tien in de trein, nobody cares?) over Japan.

Ik ging naar een bijeenkomst voor autistische meiden in Japan

Enige tijd geleden werd ik uitgenodigd door Kohei Kato, een autisme-researcher verbonden aan Tokyo Gakugei University, die ook als editorial manager bij de Japanse uitgever Kaneko Shobo werkt. Hij zei me meteen dat ik niet te veel moest verwachten, maar hij wilde eens kennismaken. Hij gaf me twee boeken van zijn uitgeverij over autisme bij meisjes en vrouwen, in het Japans. Ik heb de boeken nog niet gelezen (zo goed is mijn Japans helaas nog niet), maar de titels waren veelbelovend – deze boeken gingen over camouflage, ofwel, maskeren.

De kleine Japanse volksverhuizing

Ken je dat? Dat je ergens een bed wil, dan maar een verhuisbedrijf mailt, en voor je het weet ineens je halve inboedel bij de boyfriend hebt gestald? Deze dinsdag was het verhuisdag, en gebeurde precies dat.

Waarom infodumpen misschien toch niet de beste love language is

Een meisje praat tegen de camera in een korte clip die gemaakt is voor platformen als Instagram en TikTok. “Mensen denken vaak dat wij autisten egocentrisch zijn, omdat we jouw zielige verhaal beantwoorden met een vergelijkbaar verhaal uit ons eigen leven – maar dit is hoe wij empathie tonen!” Even later verschijnt er een vrolijk gekleurd plaatje in mijn feed: “Infodumpen is mijn autistische love language”. We moeten het normaliseren, want zo laten autistische mensen zien dat ze van je houden, aldus de veelvuldig gedeelde post.

De Ikea-haters

“Ikea-meubels zijn niet gemaakt om te verhuizen. Dan gaan ze kapot.” De Japanse meneer van het transportbedrijf keek moeizaam. Hij sprak in het Japans tegen Google Translate, waarna zijn telefoon de vertaling in het Nederlands uitspuugde. Even ervoor had hij gevraagd of al mijn spul van Ikea was, waarop ik opgewekt met “ja” antwoordde. Ik hou van Ikea. Japanners niet.

Het huis van de buren

Wie mijn nieuwe boek heeft gelezen weet dat ik, toen ik net in Japan was aangekomen en nog in mijn kantoor sliep, het appartement er recht naast wilde huren. Het leek me zo heerlijk: drie seconden woon-werkverkeer, een gedeelde internetverbinding, stofzuiger en voorraadkast, en (na het ontmantelen van een tussenschot) een heel lang balkon, zodat ik zelfs “achterom” van huis naar kantoor en vice versa zou kunnen gaan. Maar helaas, ik viste achter het net, en nam in plaats daarvan genoegen met een appartement aan de andere kant van het gebouw, en vijf verdiepingen hoger.

Buongiorno en konnichiwa

Het is mij, Toeps, business manager. Deze blog is een greep uit de dingen die ik gedaan heb in de afgelopen maanden. Want er is veel gebeurd, en er gaat ook nog veel gebeuren! Wat dan zoal? Nou…

Het einde van een Starbucks

François en ik stonden in de rij voor de Starbucks in het winkelcentrum van station Keio-Hachioji, toen zijn oog viel op een poster. Zo’n vel met grote rode en gele letters, en iets in het Japans dat zich liet vertalen als “opheffingsuitverkoop”. Ik had de poster al vaker gezien, maar omdat mijn hersenen Japans nog steeds niet automatisch vertalen, had ik er er geen seconde over nagedacht, en aangenomen dat het de zoveelste reclameposter was. Maar François z’n Japans is beter, dus hij vroeg de barista: “Opheffingsuitverkoop?” – “Ja,” zei de barista, “alles gaat dicht op 31 maart. Wij gaan ook weg, het hele gebouw gaat leeg.”

Twee

Er gebeuren twee grote dingen deze week. Zo komt morgen de fysieke versie van de Engelse vertaling van mijn nieuwe boek uit. De digitale versie verscheen vorige week al, maar vanwege Amazon’s irritante procedures moest de papieren editie nog een weekje wachten. Ik heb ook nog geen auteursexemplaar of proef binnen, want die sturen ze niet naar Japan. In plaats daarvan heb ik Riemer laten kijken, en laten filmen, en heb ik op basis daarvan de laatste aanpassingen gemaakt. Voor de feestelijke foto’s van morgen printte ik net een velletje kleur bij de convenience store. 50 yen en wat hogere origamikunde, en het is net echt.