Hallo allemaal, groetjes vanuit Shanghai. Ik zit hier om een van de punten van mijn bucketlist af te strepen: de Disney-bingo. Na Shanghai Disneyland heb ik nog maar één park te gaan, en dat is Anaheim, Californië. Laten we even hopen dat de apocalyps onder Trump niet al te snel begint, zodat ik begin volgend jaar mijn droom kan verwezenlijken. Een droom die al bestaat vanaf mijn vijftiende: alle Disneyparken ter wereld bezoeken.
144 uur visumvrij Shanghai
Afijn, moeten ze niet plots nieuwe parken uit de grond gaan stampen natuurlijk! En precies dat gebeurde in Shanghai, waar in juni 2016 het nieuwste Disneypark z’n deuren opende. Er zat niks anders op… Toeps moest naar Shanghai! Gelukkig is dat maar twee uur en een kwartier vliegen vanaf Tokio, en kostte het ticket HND – PVG – HKG – PVG – HND nog geen driehonderd euro.
HKG, da’s Hongkong. Daar ga ik vrijdag heen, een weekendje bij Charis logeren. Ik ben vorige keer ook al even in Hongkong geweest, en dat was even wennen na Japan, maar dan is Hongkong nog vrij Engels. “Shanghai is wel heel erg Chinees”, hoorde ik mensen zeggen. Over Shanghai Disneyland hoorde ik dezelfde geluiden. Een vlog van een klagende pretparkfan ging viral, en koppen luidden: “Chinese bezoekers ruïneren Disneypark!” Oh-oh, dat belooft wat…
Hoe lomp is een Chinees?
Nu vraag je je misschien af: “Wat moet ik verstaan onder ‘heel Chinees’?” Het duurde bij mij even om het te bevatten, maar ik denk dat ik het inmiddels weet. Kijk, Japanners hè, die houden van regeltjes. Stoplicht op rood, Japanners staan stil. Stoplicht op groen, Japanners steken over. Het regelzuchtige van de Japanners heeft ook zo z’n nadelen, bijvoorbeeld de kilo’s papierwerk die je soms ergens voor moet invullen. Afijn. Chinezen houden ook van regeltjes… Maar helemaal níemand komt ze na!
Het begon al in het vliegtuig. “Vanwege Chinese regelgeving is het in dit vliegtuig niet toegestaan electrische apparaten te gebruiken, ook niet op vliegtuigstand.” Ik had serieus net drie K3-docu’s op mijn telefoon gezet, zodat ik wat te doen zou hebben. Nou goed. Ik zette mijn telefoon uit en begon met navelstaren. Vervolgens zie ik naast mij een man met twee iPhones en een iPad klooien. De dame aan de andere kant van het gangpad pakt haar powerbank erbij, en begint haar telefoon op te laden. Een dubbele overtreding, want powerbanks waren expliciet nóg meer uit den boze. What the…
Goed. Bekijk het allemaal maar dan, zo dacht ik, ik zet mijn telefoon gewoon weer aan. Vliegtuigstand, dat wel, ik ben de beroerdste niet. Dus ik keek “Achter De Rug” met Karen Damen, en begon net aan “Kroost” met Kathleen, toen er een stewardess naar me toe kwam: “Please switch off mobile phone!” Links en rechts was het nog steeds iPads galore, maar dat leken de stewardessen totaal te missen. Knap, met al die uitgelichte bekkies in een donker vliegtuig.
The Great Firewall of China
Ik kwam aan op Pudong Airport en natuurlijk probeerde iemand me direct op te lichten. Gelukkig had de man van de mifi-verhuur me verteld dat een taxi zo’n 80 Yuan moest kosten, en niet 250. Ik ben er overigens van overtuigd dat ik ook voor de mifi te veel heb betaald, maar hey. Internet, I need it. Mijn taxichauffeur, die totaal geen Engels sprak en me zo nu en dan doodsangsten deed uitstaan met zijn gevaarlijke inhaalmanouvres, reed gelukkig rechtstreeks naar het juiste hotel. Hij moest ook wel, want ik volgde onze route in Apple Maps, hehe.
Het hotel waar ik de eerste nacht sliep was zo’n Flight Crew-hotel. Heel fancy, met zelfs een ingebouwde Starbucks. Helaas kennen ze geen Chai Tea Latte in China, en bevatten de scones geen chocola maar rozijntjes. That’s just evil. Ook het hotel was voorzien van wifi, maar oh ja. Nog zoiets. Facebook, Twitter, Instagram en Google zijn in China verboden. “Hey Toeps, je advertorial voor Aussie is (eindelijk) goedgekeurd hoor! Posten maar!” Ah, fuck.
Dus ik deed wat alle Chinezen hier doen: de regels breken. Ik downloadde de app ExpressVPN (bijzonder dat dat dan wél kan, haha) en hoppaaa! Normaal internet. Baggertraag, maar hey. Ik had mijn leven terug.
Goedkoop
Na het eerste nachtje in het Qube Airport Hotel was het gisteren tijd om richting Disney te gaan. Na weer een dollemansrit met een taxi kwam ik aan bij het Toy Story Hotel. Het goedkoopste hotel, voor ongeveer 100 euro per nacht. Vond ik best meevallen nog. Ik verwachtte iets van kaliber Santa Fe, en bij het inchecken leek dat ook zo. Een rumoerige hal, een balie in primaire kleurtjes en alles in Comic Sans. Oké, oké, dat past bij het Toy Story-thema, maar toch. De Chinezen achter de balie deden allerlei ogenschijnlijk onnodige dingen met duizend keer gekopiëerde formulieren en heel veel gekrabbel op notitieblokjes. Ook moesten ze mijn paspoort kopiëren, net als bij de mifi-verhuur en het vorige hotel trouwens. Ik hoop niet dat ik straks twintig illegale Chinezen op mijn sofinummer heb werken, hehe.
Met redelijk lage verwachtingen zocht ik mijn kamer op, maar tot mijn grote verrassing is die echt super! Twee heerlijke bedden, een waterkoker, complimentary slippers, briefpapier, meer notitieblokjes en een tas met het leukste wolkenprintje ooit, een enig blikje met daarin een tandenborstel en tandpasta, gratis wifi en, ondanks dat ik de goedkoopste kamer zonder uitzicht had geboekt: uitzicht op het park!
Not here to make friends, part II
Oh-oh, volgens mij wordt dit een beetje een lang verhaal. Dat krijg je ervan, als je drie dagen wacht met posten. Awel.
Ik ging het park in, werd geveld door een bizarre aanval van brandend maagzuur, ging naar de EHBO, kreeg de Chinese variant op Rennie, chillde ‘m een uur op een bankje bij de EHBO tot mijn maag weer normaal kon doen (note to self: nooit meer frietjes en bacon roomservice bestellen om twaalf uur ‘s nachts!) en besloot de Pirates of the Caribbean nog maar eens uit te checken.
Ik stond in de Single Riders Line, een rij voor mensen die in hun eentje zijn waardoor je meestal maar een fractie van de tijd hoeft te wachten, toen ik achter me Engels hoorde. Een groepje vrienden schoof aan. Drie Canadees-Chinese zusjes en een Colombiaanse jongen die al jaren in Shanghai woonde. We raakten aan de praat toen een parkmedewerker ons semi-panisch kwam vertellen dat we in de Single Riders Line stonden. “Dan kunnen jullie niet samen zitten!” Het groepje vond het geen probleem, en ik? Ik kende ze helemaal niet, haha! Of nou ja…
Na Pirates besloot ik in het mijntreintje te gaan. Een klein stukje verder in de rij spotte ik het groepje weer. Ze maakten foto’s en ik bood aan ze te helpen. Het werd zó gezellig, dat ik uiteindelijk de hele dag met ze heb opgetrokken. Van de geweldige Tron-achtbaan tot de Star Wars-expo, slechte hamburgers en de prachtige lichtshow op het kasteel. Daarna sloot het park en werd ik nog meegevraagd naar een cheesecake-tentje. Omdat ik toch wel moe was, namen we daar afscheid. “Normaal zou ik jullie toevoegen op Facebook, maar ik weet niet of jullie…?” – “Dat hebben we allemaal!”, aldus één van de meiden. Haha, welke regels?
Poep en troep?
Oh en, nog even over dat “zo Chinese”… Ik vind het gelul. Ja, Disneyland Shanghai staat in China, dus ja, het is Chinees. Maar ruïneren ze en masse het park? Nee. Sure, Chinezen zijn anders dan Japanners. Waar iedereen in Japan z’n eigen tafeltje opruimt en alles netjes in de afvalbak gooit, laat de Chinees z’n zooi staan. Maar dat is ook de bedoeling! In de meeste restaurants ís er namelijk niet eens een afvalbak, dus daar stond ik dan met m’n dienblad en m’n goede gedrag, waarna een Cast Member toesnelde om het dienblad van me over te nemen.
Schijten ze allemaal in de bosjes? Ook niet. Ik heb welgeteld één keer gezien dat een moeder haar kleuter met blote billen boven de bosjes hield, en dat was buiten het park. Kinderen, hè. Die moeten wel eens nodig. In Parijs heb ik ook wel eens iemand een luier zien verschonen voor de ingang van Phantom Manor, dus ehm, tja. Die mensen heb je overal.
Shoutout
Sure, Chinezen zijn vreselijk eigenwijs, en daarin zo ongeveer het tegenovergestelde van Japanners. En ze schreeuwen, zelfs het personeel. “Ja, dat moet wel, anders luisteren de mensen niet”, aldus een van de Canadees-Chinese meisjes. Ik begreep het. Dus ja, het is anders, maar nee, het is niet persoonlijk.
En er staat tegenover dat het park, ondanks dat het nog niet helemaal af is, gewéldig is. Zoveel unieke rides, echt top! Heel Chinees, maar dan in positieve zin: de hoeveelheid lekker eten (op de slechte hamburgers na) en awesome shows, zoals de stuntshow met Jack Sparrow en een soort indoor skydiving windtunnel en een hoop gepraat in het Chinees. En als je nu denkt: “Maar je snapt toch nergens een bal van, met al dat Chinees?” Guess what: veruit de meeste Cast Members spreken aardig Engels! Kortom: I fell in love. Ja, ik kom hier zeker nog eens terug.
Een reactie op “Shanghai Disneyland: Heel erg Chinees?”
Je kunt niet meer reageren.
Super leuk om deze blog te lezen. Ik ga aankomend jaar voor een internationaliseringsweek naar China met mijn studie. Toevallig gaan we dan ook naar Shanghai.
Handig om te weten dat je eerst een andere app moet downloaden om apps zoals instagram te kunnen gebruiken.
Misschien dat het mij lukt om het zo ver te krijgen dat we een dagje naar Disney gaan.